Reisverslag Budapest zomer 2021 deel 7

Tags: 

Zaterdag 7 augustus 2021
Een bijzonder museum in Székesfehérvár is het speelgoedmuseum dat zich ook in het centrum van de stad bevindt. Vlak in de buurt van het bisschoppelijk museum dat ik eerder op de dag bezocht heb. In dit museum is de speelgoedcollectie van Moskovszky te vinden. Deze collectie is opgezet door Eva Moskovszky en haar moeder Erzsebet Auer en bestaat uit speelgoed dat gemaakt is in de 18de en 19de eeuw.



Eva Moskovsky heeft op latere leeftijd op wetenschappelijke wijze de geschiedenis van kinderspeelgoed onderzocht en is een bekende wetenschapster geworden op dit onderwerp. De collectie bestaat uit een groot aantal poppenhuizen ingericht met antieke poppen en meubels uit die tijd.



In dit deel van het reisverslag laat ik een aantal foto’s van deze huisjes zien. In het museum stonden er gewoon teveel om allemaal te fotograferen. Op de volgende foto is bijvoorbeeld een huisje te zien dat bestaat uit een tweetal kamers. De grootste kamer is ingericht als eetkamer. De andere kamer is een kinderkamer die gemaakt is door de vader van Eva.



Naast poppenhuisjes is er ook dit papieren theater te zien dat gemaakt is in Neuruppin in de buurt van Berlijn tussen 1870 en 1880. De papieren figuurtjes konden vaak door de kinderen zelf ingekleurd en uitgeknipt worden. Hierdoor was dit ook erg goedkoop speelgoed dat kinderen makkelijk zelf van hun zakgeld konden kopen.



De poppenhuisjes zijn voor het grootste deel tentoongesteld op de manier zoals ze destijds ook ingericht waren. Op deze manier is dus goed te zien hoe kinderen hier mee speelde toen deze huisjes gemaakt werden. Op de foto hieronder is een straatje van huisjes te zien.



In het museum zijn ook een flink aantal tekeningen te vinden van Laszlo Reber. Hij maakte vooral tekeningen bij verhalen voor kinderen. Daarnaast maakte hij ook losse tekeningen en een drietal korte animatiefilmpjes. Hiervoor heeft hij zoal in als buiten Hongarije verschillende prijzen gekregen. Sinds 2012 zijn door hem gemaakte tekeningen een vast onderdeel van de collectie van dit speelgoedmuseum.



Een bijzonderheid is het Lidia poppenhuis. Alle poppen die op de onderstaande foto te zien zijn, zijn gemaakt door bekende Duitse poppenfabrikanten in het laatste deel van de 19de eeuw. Een flink aantal van deze poppen komen uit de fabriek van Armand Marseille in Thuringen. Het servies van porselein en glas is gemaakt in Bohemen tussen 1870 en 1900.



Een van de grotere objecten in het museum is het “Kasteel van Grexa”. Het kasteel met de bijbehorende soldaten was speelgoed van de docent Gyula Grexa toen hijzelf kind was. Een onderdeel hiervan is ook een kleine minispoorbaan.



Op de foto nog een aantal poppen gemaakt door Armand Marseille. In de kamer is een zieke pop te zien die in bed ligt. Let verder ook op de vele kleine details in deze kamer zoals een klein portret van Sint Anne met de maagd Maria dat in de buurt van het bed hangt.



Een andere kerk in het centrum van Székesfehérvár is de kerk van Johannes van Nepomuk. De kerk is tussen 1745 en 1751 gebouwd in een barokke stijl door de Jezuieten. Sinds 1814 is de kerk in gebruik bij de Cisterciënzers. Zoals op de volgende twee foto’s te zien is, werd de kerk op dit moment gerestaureerd.





Ook in deze kerk kwam de heilige Stefanus weer terug. In een hoekje waren namelijk een tweetal postzegelvelletjes te zien die in 1938 door de Hongaarse posterijen zijn uitgegeven vanwege het feit dat hij 900 jaar eerder overleden is.



In het moderne gedeelte van het Sint Stefanus museum was een tentoonstelling te zien van kunst uit gebieden die Hongarije verloren na het Trianon verdrag van 1920. Hierdoor raakte Hongarije twee derde van zijn land kwijt, de helft van de bevolking en ook een groot deel van het spoornetwerk, fabrieken, universiteiten etc. Ongeveer drie miljoen Hongaren kwamen hierdoor in andere landen te leven.



Deze tentoonstelling was dan ook te zien vanwege het feit dat het nu inmiddels honderd jaar geleden is dat dit verdrag tot stand gekomen is. De werken die hier te zien waren zijn pas recent door de National Gallery van Hongarije aangekocht en hier voor het eerst te zien. Deze tentoonstelling werd natuurlijk mede gefinancierd door de Hongaarse overheid.



Het museum beschikt ook nog over een ouder gebouw waar zich de permanente collectie bevindt. Hierbij nog even een willekeurige foto van het straatbeeld van de stad. Zeker ten opzichte van Oost-Europa ziet de openbare ruimte in Nederlandse steden er over het algemeen goed uit. Wat vooral opvalt, is dat er niet echt een vast kwaliteitsniveau in de openbare ruimte is. Op een klein stukje kan het nogal verschillen. En is er ergens een gat dan wordt dan gewoon dichtgemaakt waardoor het er vaak nogal rommelig en bobbelig uitziet.



Als laatste foto in dit deel van het reisverslag nog een monument wat in de buurt van het Sint Stefanus Museum op een plein stond. Ook dit monument verwijst weer naar het verdrag van Trianon uit 1920. Op het monument is namelijk een afbeelding van Hongarije aangebracht waar de grenzen van voor 1920 te zien zijn.



Het volgende deel van dit reisverslag is te vinden op deze pagina

Reactie toevoegen

Filtered HTML

Plain text

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.