Reisverslag Budapest Najaar 2022 deel 10

Zondag 16 oktober 2022
Naast een aantal tijdelijke tentoonstellingen is in het etnografische museum van Budapest ook een selectie te zien uit de permanente collectie van het museum. Hier een aantal foto’s waarop een aantal van deze voorwerpen zijn te zien.



De onderstaande foto laat een IJslandse stoel zien die is aangeschaft door het museum voor de wereldtentoonstelling in Parijs in het jaar 1900. Dit was toen een van de aankopen uit delen van de wereld waar het museum nog niet veel voorwerpen van had. De stoel zelf komt uit de tweede helft van de 16de eeuw.



Lakos Boglar was een voormalige medewerker van het museum die geboren was in Brazilië. Naar dit land heeft hij verschillende reizen gemaakt en hier heeft hij ook etnografisch onderzoek gedaan bij een aantal inheemse stammen. Zijn opgebouwde collectie is nu in bezit van het museum. Een van de laatste voorwerpen die het museum in zijn bezit heeft gekregen is deze hoed gemaakt van veren van de Kayapo indianen uit Brazilië.



De stokken op de volgende foto werden tot in de 19de eeuw gebruikt door mensen die niet konden lezen om te tellen. Het aantal strepen op een stok (I voor 1 en X voor 10) gaf het aantal forinten belasting weer wat betaald moest worden.



Op de foto hieronder is een kerst poppentheater uit Oost-Europa. In veel landen in Centraal en Oost-Europa was het gebruikelijk dat jonge mannen in de wintertijd naar dorpen en steden gingen en dan hier een poppenspel lieten zien. Dit specifieke theater komt uit de Tisza regio. Dat is een zijrivier van de Donau. Uit onderzoek is gebleken dat bij dit soort theaters 10 poppen gebruikt werden om een bepaald spel op te voeren.



Een ander mooi object is de onderstaande “mijnbouw fles”. De meeste van deze flessen kwamen uit gebieden waar veel mijnbouw plaatsvond. Dit soort flessen werden gemaakt door mijnwerkers die gewond waren gemaakt tijdens hun werk om zo in hun inkomsten te kunnen voorzien. Deze vaardigheden werden dan weer doorgegeven aan de volgende generatie. De fles in het museum bestaat uit een drietal niveaus met in totaal zeventien volwassenen en twee kinderen.



In Sicilië werden tijdens feestelijke gelegenheden vaak karren voortgetrokken door paarden en ezels. De onderstaande kar is in 1948 door het museum aangekocht. Ook vandaag de dag worden dit soort karren in Sicilië bij dit soort gelegenheden nog steeds gebruikt.



Een mooi overzicht van het gehele gebouw van het etnografische museum is te zien aan de hand van het volgende schaalmodel.



De fles op de volgende foto werd gebruikt om palinka in te bewaren. Dit is een sterke drank die in Hongarije nog steeds door veel particulieren wordt gestookt. Het alcoholpercentage ligt tussen de 40 en 50%.



Vervolgens nog enkele overzichtsfoto’s uit het laatste deel van het museum. Als je graag geschiedkundige voorwerpen ziet, is het deel waar de permanente collectie van het museum staat gewoon het meest interessant. Dit gedeelte zou echt wel verder uitgewerkt kunnen worden. Hier is ongetwijfeld maar een heel klein deel van de totale collectie te zien. Een betere toelichting en gewoon een groter deel van de beschikbare ruimte als museumfunctie gebruiken zou al heel veel uitmaken.







Inmiddels was ik helemaal aan de andere kant van het museum uitgekomen (ten opzichte van de ingang). Hier staat nog een grote maquette van het stadspark waarin het museum is gebouwd. In het midden is de Vajdahunyadburcht te zien, die midden in het stadspark ligt aan de rand van een meertje.



Na het bezoek aan dit museum was het tijd om met de bus terug te gaan naar mijn hotel in de buurt van het Nyugati treinstation om daar mijn gestalde koffer op te gaan halen. Vervolgens ben ik met een andere rechtstreekse buslijn naar het Keleti treinstation gegaan. Vanaf dit station vertrekken de treinen richting Oostenrijk en Duitsland.



Iets na vijf uur kwam ik dan ook aan bij het Keleti treinstation. Daar had ik nog even tijd om een broodje te kopen om vervolgens in de trein richting Wenen te stappen die om tien over half zes vertrok. De meeste treinen tussen Budapest en Wenen zijn luxe Railjets van de Oostenrijkse spoorwegen die vaak nog doorrijden tot München in Duitsland of Zurich in Zwitserland.



De treinreis verliep zonder bijzonderheden en ongeveer drie uur later kwam ik rond kwart voor negen aan op het centraal station van Wenen. Vandaar was het nog maar enkele minuten lopen naar mijn hotel wat hier vlak in de buurt lag.



Het volgende deel van dit reisverslag is te vinden op deze pagina

Reactie toevoegen

Filtered HTML