Donderdag 19 oktober 2023
De eerste twee dagen van onze vakantie in Hamburg was het weer nog vrij redelijk voor de tijd van het jaar. Vanaf donderdag was dat helaas voorbij. De temperatuur zakte naar een graad of acht, het begon te regenen en het waaide ook behoorlijk. Geen fijn weer om dus buiten te zijn. Nadat we de eerste dagen vooral een aantal grote musea hadden bezocht, zijn we op deze donderdag begonnen in het KomponistenQuartier.
Dit zijn een aantal musea die elk over één componist gaan en in een aantal historische huizen gevestigd zijn. In 1971 is het Johannes Brahms-museum opgericht. Vanaf 2011 zijn hier musea over Georg Philipp Telemann, Carl Philipp Emanuel Bach (een zoon van Johan Sebastiaan Bach), Johan Adolf Hasse, Gustof Mahler en Felix Mendelssohn bijgekomen. De componisten hebben niet gewoond in de huizen waar deze musea nu gevestigd zijn.
Het eerste museum waar je doorheen loopt is van Georg Philipp Telemann. Hier is bijvoorbeeld een spinet te zien die in 1730 door Thomas Hitchcock is gemaakt. De toetsen van het instrument zijn gemaakt van ivoor. Zijn instrumenten gelden nog steeds als de beste van deze soort die ooit gebouwd zijn.
De volgende foto laat een aantal violen zien die gemaakt zijn in de 18de, 19de en 20ste eeuw.
In het Bach gedeelte van het museum is een groot portret te zien waarop de familie van de Hamburgse koopman Jochim Timmermann is afgebeeld. Het schilderij is gemaakt door Johann Heinrich Tischbein. Op het schilderij heeft de familie zich in de tuin verzameld voor een huisconcert. Deze schilder heeft een aantal jaar voordat hij dit schilderij heeft gemaakt een portret van Carl Bach getekend. Ook heeft hij voor diens zoon gezorgd toen die in Rome na een lange ziekte in 1778 overleed.
Bach bezat een aantal klaverchorden. Dit is een klein klavierinstrument dat vooral in de 17de en 18de eeuw veel gebruikt werd bij kamermuziek. In het museum is een nagebouwd instrument te zien.
De verschillende musea lopen in elkaar over en zijn elk vrij klein. Er wordt kort wat over het leven van de componist verteld en er zijn een aantal historische voorwerpen te zien. Een bijzonder object is het onderstaande model van een toneel voor het opvoeren van operavoorstellen. Het model is nog volledig functioneel en kan met een druk op de knop door de bezoeker in werking worden gesteld.
Het Mendelssohn gedeelte gaat over Felix en Fanny Mendelssohn. Zij waren broer en zus en beiden actief als componist. Hun moeder was pianolerares en leerde ze muziek maken. Later werd deze rol door anderen overgenomen.
Een origineel voorwerp in het Mahler museum is deze fiets die hij in 1895 kocht.
De volgende foto laat een reproductiepiano zien van het merk Welte-Mignon. Deze piano kan automatisch muziekstukken laten horen. Als door een pianist in de studio eenmalig een muziekstuk is gespeeld kan dit inclusief het laten bewegen van de toetsen steeds herhaald worden. Het bedrijf dat deze piano’s maakte had muziekrollen van allerlei componisten te koop. Deze piano is nog origineel en enkele jaren geleden volledig gerestaureerd.
Als Mahler muziekstukken ging componeren deed hij dit vaak in de natuur. Eerst deed hij dit aan de Attersee waar hij een apart huisje had om deze muziek te maken. Later in zijn eigen villa in Maiernigg. Ook hier had hij een apart gebouwtje laten maken om zijn muziek te kunnen componeren. Het derde en laatste huisje stond in de buurt van Toblack. Hier heeft Mahler zijn negende symfonie geschreven en is ook gestart aan de tiende die hij nooit heeft kunnen afronden.
Het Brahms museum is het oudste van de drie musea. Dit zit in een ander gebouw in hetzelfde straatje. Het museum is onderverdeeld in een aantal ruimtes. In de eerste ruimte beneden komt de jeugd van Brahms aan bod. Dit is de periode van 1833 tot en met 1853.
In de hal van het museum kun je nog een aantal oude beschilderde balken zien. Deze balken zijn bij de laatste renovatie van het museum ontdekt. Er is toen voor gekozen om een glazen plaat in het plafond aan te brengen zodat een deel van de schildering zichtbar is voor de bezoekers.
Op de eerste verdieping van het museum gaat het museum verder. De bibliotheek laat documenten en voorwerpen zien uit de tijd dat Brahms in Düsseldorf, Detmold en Hamm woonde. Dit was van 1853 tot en met 1862.
In de salon komt de Weense periode tot aan de dood van Brahms aan bod. De zes musea zijn allemaal redelijk klein maar wat het interessant maakt is dat alles bij elkaar zit. Hierdoor is het een mooie afwisseling voor de veel grootschaligere musea die je verder in Hamburg ziet. Ook je geen echte muziekliefhebber bent, kun je in een ochtendje toch flink wat te weten komen over een aantal componisten zonder dat het gaat vervelen.
Het volgende deel van dit reisverslag is te vinden op deze pagina
De eerste twee dagen van onze vakantie in Hamburg was het weer nog vrij redelijk voor de tijd van het jaar. Vanaf donderdag was dat helaas voorbij. De temperatuur zakte naar een graad of acht, het begon te regenen en het waaide ook behoorlijk. Geen fijn weer om dus buiten te zijn. Nadat we de eerste dagen vooral een aantal grote musea hadden bezocht, zijn we op deze donderdag begonnen in het KomponistenQuartier.
Dit zijn een aantal musea die elk over één componist gaan en in een aantal historische huizen gevestigd zijn. In 1971 is het Johannes Brahms-museum opgericht. Vanaf 2011 zijn hier musea over Georg Philipp Telemann, Carl Philipp Emanuel Bach (een zoon van Johan Sebastiaan Bach), Johan Adolf Hasse, Gustof Mahler en Felix Mendelssohn bijgekomen. De componisten hebben niet gewoond in de huizen waar deze musea nu gevestigd zijn.
Het eerste museum waar je doorheen loopt is van Georg Philipp Telemann. Hier is bijvoorbeeld een spinet te zien die in 1730 door Thomas Hitchcock is gemaakt. De toetsen van het instrument zijn gemaakt van ivoor. Zijn instrumenten gelden nog steeds als de beste van deze soort die ooit gebouwd zijn.
De volgende foto laat een aantal violen zien die gemaakt zijn in de 18de, 19de en 20ste eeuw.
In het Bach gedeelte van het museum is een groot portret te zien waarop de familie van de Hamburgse koopman Jochim Timmermann is afgebeeld. Het schilderij is gemaakt door Johann Heinrich Tischbein. Op het schilderij heeft de familie zich in de tuin verzameld voor een huisconcert. Deze schilder heeft een aantal jaar voordat hij dit schilderij heeft gemaakt een portret van Carl Bach getekend. Ook heeft hij voor diens zoon gezorgd toen die in Rome na een lange ziekte in 1778 overleed.
Bach bezat een aantal klaverchorden. Dit is een klein klavierinstrument dat vooral in de 17de en 18de eeuw veel gebruikt werd bij kamermuziek. In het museum is een nagebouwd instrument te zien.
De verschillende musea lopen in elkaar over en zijn elk vrij klein. Er wordt kort wat over het leven van de componist verteld en er zijn een aantal historische voorwerpen te zien. Een bijzonder object is het onderstaande model van een toneel voor het opvoeren van operavoorstellen. Het model is nog volledig functioneel en kan met een druk op de knop door de bezoeker in werking worden gesteld.
Het Mendelssohn gedeelte gaat over Felix en Fanny Mendelssohn. Zij waren broer en zus en beiden actief als componist. Hun moeder was pianolerares en leerde ze muziek maken. Later werd deze rol door anderen overgenomen.
Een origineel voorwerp in het Mahler museum is deze fiets die hij in 1895 kocht.
De volgende foto laat een reproductiepiano zien van het merk Welte-Mignon. Deze piano kan automatisch muziekstukken laten horen. Als door een pianist in de studio eenmalig een muziekstuk is gespeeld kan dit inclusief het laten bewegen van de toetsen steeds herhaald worden. Het bedrijf dat deze piano’s maakte had muziekrollen van allerlei componisten te koop. Deze piano is nog origineel en enkele jaren geleden volledig gerestaureerd.
Als Mahler muziekstukken ging componeren deed hij dit vaak in de natuur. Eerst deed hij dit aan de Attersee waar hij een apart huisje had om deze muziek te maken. Later in zijn eigen villa in Maiernigg. Ook hier had hij een apart gebouwtje laten maken om zijn muziek te kunnen componeren. Het derde en laatste huisje stond in de buurt van Toblack. Hier heeft Mahler zijn negende symfonie geschreven en is ook gestart aan de tiende die hij nooit heeft kunnen afronden.
Het Brahms museum is het oudste van de drie musea. Dit zit in een ander gebouw in hetzelfde straatje. Het museum is onderverdeeld in een aantal ruimtes. In de eerste ruimte beneden komt de jeugd van Brahms aan bod. Dit is de periode van 1833 tot en met 1853.
In de hal van het museum kun je nog een aantal oude beschilderde balken zien. Deze balken zijn bij de laatste renovatie van het museum ontdekt. Er is toen voor gekozen om een glazen plaat in het plafond aan te brengen zodat een deel van de schildering zichtbar is voor de bezoekers.
Op de eerste verdieping van het museum gaat het museum verder. De bibliotheek laat documenten en voorwerpen zien uit de tijd dat Brahms in Düsseldorf, Detmold en Hamm woonde. Dit was van 1853 tot en met 1862.
In de salon komt de Weense periode tot aan de dood van Brahms aan bod. De zes musea zijn allemaal redelijk klein maar wat het interessant maakt is dat alles bij elkaar zit. Hierdoor is het een mooie afwisseling voor de veel grootschaligere musea die je verder in Hamburg ziet. Ook je geen echte muziekliefhebber bent, kun je in een ochtendje toch flink wat te weten komen over een aantal componisten zonder dat het gaat vervelen.
Het volgende deel van dit reisverslag is te vinden op deze pagina
Reactie toevoegen