Tags:
Woensdag 2 maart 2022
Het laatste museum dat ik op deze woensdag bezocht heb is het Bröhan-Museum. Dit museum ligt vlak in de buurt van de drie andere musea waar ik ook geweest ben. Net zoals de musea Berggruen en de Sammlung Scharf-Gerstenberg gaat het ook hier weer om een van oorsprong particuliere verzameling van kunst. Het museum is in 1973 gestart toen Karl H. Bröhan in zijn villa in Berlijn-Dahlem voor het eerst zijn kunstverzameling toegankelijk maakte voor het publiek.
Hij is gestart met het verzamelen van kunstwerken uit de Jugendstil. Uiteindelijk is de collectie door schenkingen in bezit gekomen van de deelstaat Berlijn en is het museum sinds 1983 in het huidige gebouw gevestigd.

Tot 2000 heeft hij het museum zelf geleid en was ook verantwoordelijk voor het uitbreiden van de collectie. Zoals op de foto’s te zien is, bestaat de verzameling uit allerlei aparte deelverzamelingen. Zo laat de onderstaande foto bijvoorbeeld een eetkamer zien die rond 1900 gemaakt is in Parijs.

De designverzameling van het museum bestaat uit ongeveer 8000 verschillende voorwerpen. Bröhan verzamelde meubels van allerlei verschillende stijlen (Jugendstil tot industriële ontwerpen). Naast meubels bevat de collectie ook glas, porselein, keramiek, metaal en textiel. Wel verzamelde hij uitsluitend voorwerpen uit de periode 1889 (wereldtentoonstelling Parijs) tot en met 1939 (begin van de Tweede Wereldoorlog). Daarbij ging hij zo te werk dat hij juist voorwerpen van een bepaalde stijl kocht op een moment dat hier weinig vraag naar was.

De volgende foto laat een deel van de porseleincollectie van het museum zien. Dit zijn uitsluitend porseleinen vogels die in de periode tussen 1905 en 1915 door verschillende porseleinfabrieken in Duitsland zijn gemaakt. In totaal bezit het museum zo’n 250 figuurtjes van dieren van porselein en keramiek. Vogels zijn hierbij met ongeveer 100 stuks het grootste deel van de verzameling.



Bij de meubels op de volgende foto is uitgegaan van een zeer minimalistisch ontwerp. Het minimalisme is een bepaalde stroming bij het ontwerpen van meubels maar kan daarnaast ook een andere oorzaak hebben. Weinig opsmuk om religieuze redenen of vanwege een gebrek aan geld.

Bij de meubels zoals die ontworpen werden in de Jugendstil werd uitgegaan van vormen zoals die ook in de natuur voorkwamen. In Wenen werden vanaf 1900 meubels ontworpen waarbij de geometrische vormen centraal stonden. Vanaf de jaren ’20 wordt er bij Art Deco meubels gebruik gemaakt van motieven uit de natuur die dan wel op een geometrische manier worden weergegeven.

Het museum is door Karl H. Bröhan opgericht in samenwerking met zijn vrouw. Oorspronkelijk woonde hij in Hamburg, maar in 1965 is hij verhuisd naar Berlijn. Door zijn verzameling zijn kunststromingen zoals de Jugendstil en Art Deco weer meer in de belangstelling gekomen.

Als oprichter van het museum hield Karl H. Bröhan zich ook nadrukkelijk bezig met het zelf inrichten van de vitrines. Op de volgende foto is een reconstructie te zien van één van deze vitrines.

In het museum bevindt zich ook een tijdelijke tentoonstelling over het werk van Hannah Höch (1889 – 1978). In totaal zijn hier een 120-tal schilderijen te zien die een goed beeld geven van het hele oeuvre van deze kunstenares. Een schilderij uit de tentoonstelling is het volgende schilderij van Hannah Höch waarop een bruid is afgebeeld. Het schilderij is gemaakt tussen 1924 en 1927.

Een ander werk van dezelfde kunstenares is dit schilderij met meetkundige vormen uit 1922.

Een andere tijdelijke tentoonstelling heeft als titel “Krautrock – Plakate”. “Krautrock” was de naam waaronder muziek van de West-Duitse subcultuur in de jaren ’70 van de vorige eeuw internationaal bekend werd. In het museum zijn ongeveer 80 affiches te zien voor concerten.

De laatste foto van dit deel van het reisverslag laat een grote hoeveelheid porselein zien van de “Königliche Porzellan-Manufaktur”. In 1906 was er in Dresden een grote tentoonstelling waar veel porselein van dit bedrijf te zien was, wat ontworpen was door Theo-Schmuz-Baudiss. Hij werkte van 1902 tot en met 1928 bij dit bedrijf en was vanaf 1908 de artistieke directeur.

Het volgende deel van dit reisverslag is te vinden op deze pagina
Het laatste museum dat ik op deze woensdag bezocht heb is het Bröhan-Museum. Dit museum ligt vlak in de buurt van de drie andere musea waar ik ook geweest ben. Net zoals de musea Berggruen en de Sammlung Scharf-Gerstenberg gaat het ook hier weer om een van oorsprong particuliere verzameling van kunst. Het museum is in 1973 gestart toen Karl H. Bröhan in zijn villa in Berlijn-Dahlem voor het eerst zijn kunstverzameling toegankelijk maakte voor het publiek.
Hij is gestart met het verzamelen van kunstwerken uit de Jugendstil. Uiteindelijk is de collectie door schenkingen in bezit gekomen van de deelstaat Berlijn en is het museum sinds 1983 in het huidige gebouw gevestigd.

Tot 2000 heeft hij het museum zelf geleid en was ook verantwoordelijk voor het uitbreiden van de collectie. Zoals op de foto’s te zien is, bestaat de verzameling uit allerlei aparte deelverzamelingen. Zo laat de onderstaande foto bijvoorbeeld een eetkamer zien die rond 1900 gemaakt is in Parijs.

De designverzameling van het museum bestaat uit ongeveer 8000 verschillende voorwerpen. Bröhan verzamelde meubels van allerlei verschillende stijlen (Jugendstil tot industriële ontwerpen). Naast meubels bevat de collectie ook glas, porselein, keramiek, metaal en textiel. Wel verzamelde hij uitsluitend voorwerpen uit de periode 1889 (wereldtentoonstelling Parijs) tot en met 1939 (begin van de Tweede Wereldoorlog). Daarbij ging hij zo te werk dat hij juist voorwerpen van een bepaalde stijl kocht op een moment dat hier weinig vraag naar was.

De volgende foto laat een deel van de porseleincollectie van het museum zien. Dit zijn uitsluitend porseleinen vogels die in de periode tussen 1905 en 1915 door verschillende porseleinfabrieken in Duitsland zijn gemaakt. In totaal bezit het museum zo’n 250 figuurtjes van dieren van porselein en keramiek. Vogels zijn hierbij met ongeveer 100 stuks het grootste deel van de verzameling.



Bij de meubels op de volgende foto is uitgegaan van een zeer minimalistisch ontwerp. Het minimalisme is een bepaalde stroming bij het ontwerpen van meubels maar kan daarnaast ook een andere oorzaak hebben. Weinig opsmuk om religieuze redenen of vanwege een gebrek aan geld.

Bij de meubels zoals die ontworpen werden in de Jugendstil werd uitgegaan van vormen zoals die ook in de natuur voorkwamen. In Wenen werden vanaf 1900 meubels ontworpen waarbij de geometrische vormen centraal stonden. Vanaf de jaren ’20 wordt er bij Art Deco meubels gebruik gemaakt van motieven uit de natuur die dan wel op een geometrische manier worden weergegeven.

Het museum is door Karl H. Bröhan opgericht in samenwerking met zijn vrouw. Oorspronkelijk woonde hij in Hamburg, maar in 1965 is hij verhuisd naar Berlijn. Door zijn verzameling zijn kunststromingen zoals de Jugendstil en Art Deco weer meer in de belangstelling gekomen.

Als oprichter van het museum hield Karl H. Bröhan zich ook nadrukkelijk bezig met het zelf inrichten van de vitrines. Op de volgende foto is een reconstructie te zien van één van deze vitrines.

In het museum bevindt zich ook een tijdelijke tentoonstelling over het werk van Hannah Höch (1889 – 1978). In totaal zijn hier een 120-tal schilderijen te zien die een goed beeld geven van het hele oeuvre van deze kunstenares. Een schilderij uit de tentoonstelling is het volgende schilderij van Hannah Höch waarop een bruid is afgebeeld. Het schilderij is gemaakt tussen 1924 en 1927.

Een ander werk van dezelfde kunstenares is dit schilderij met meetkundige vormen uit 1922.

Een andere tijdelijke tentoonstelling heeft als titel “Krautrock – Plakate”. “Krautrock” was de naam waaronder muziek van de West-Duitse subcultuur in de jaren ’70 van de vorige eeuw internationaal bekend werd. In het museum zijn ongeveer 80 affiches te zien voor concerten.

De laatste foto van dit deel van het reisverslag laat een grote hoeveelheid porselein zien van de “Königliche Porzellan-Manufaktur”. In 1906 was er in Dresden een grote tentoonstelling waar veel porselein van dit bedrijf te zien was, wat ontworpen was door Theo-Schmuz-Baudiss. Hij werkte van 1902 tot en met 1928 bij dit bedrijf en was vanaf 1908 de artistieke directeur.

Het volgende deel van dit reisverslag is te vinden op deze pagina
Reactie toevoegen