Reisverslag Hongarije mei 2022 Deel 10

Tags: 

Dinsdag 3 mei 2022
De ochtend van deze reisdag naar de Hongaarse stad Kecskemet heb in gebruikt om allereerst een wandeling te maken door het centrum van de stad en daarna een tweetal musea te bezoeken. Dit waren het speelgoedmuseum en een museum over inheemse kunst. Na rond het middaguur wat gegeten te hebben, ben ik verdergelopen naar het volgende museum namelijk het Hongaarse fotografie museum. Dit museum is sinds 1991 gevestigd in een Art Nouveau gebouw uit 1918. Het gebouw is in dat jaar aangekocht door de Joodse gemeenschap die het ombouwde tot synagoge. Na de Tweede Wereldoorlog was het in gebruik als winkel en opslagplaats totdat het gebouw gesloten moest worden omdat het bouwvallig was geworden.



Het museum zelf bevindt zich in de ruimte die vroeger als gebedsruimte in gebruik was. Het gebouw is in 1990 volledig geconstrueerd. Het dak is uitgevoerd in de stijl van een synagoge. Hierin zijn een aantal davidssterren verwerkt.



De al eerder in dit reisverslag genoemde Jozsef Katona heeft in Kecskemet een eigen museum. Hij is hier in 1791 geboren. Zijn belangrijkste werk “Bank Ban” heeft hij geschreven in 1815. Dit dramastuk speelt zich af in de Middeleeuwen. Dit was de tijd dat de Hongaarse adel vocht tegen buitenlandse indringers. Dit was een verwijzing naar het absolutisme van de Habsburgers. Om deze reden werd het stuk dan ook verboden door de regering.



Tijdens de Hongaarse revolutie in 1848 werd het stuk op 15 maart voor het eerst weer opgevoerd in het nationale theater van Hongarije. Zijn museum is een initiatief van de stad Kecskemet. Sinds 1991 bevindt het museum zich in het huidige geheel gerenoveerde gebouw.



In het kleine museum waar het merendeel van de teksten alleen in het Hongaars is, wordt een overzicht gegeven van het leven van Joszef Katona. Hij heeft de lagere school gevolgd in Kecskemet en heeft hierna in deze stad maar ook in Szeged en Pest gestudeerd. In de laatste stad is hij uiteindelijk afgestudeerd in de rechten. In 1820 heeft hij zich zelfstandig gemaakt met een eigen kantoor in Pecs.



Nog in hetzelfde jaar is hij teruggekeerd naar Kecskemet om daar hulp aanklager te worden. Vanaf 1826 tot aan zijn dood in 1830 was hij de hoofdaanklager van de stad. Hij overleed hier voor de deur van het gemeentehuis nadat hij hier had deelgenomen aan een lange vergadering.



Dit museum ligt ook niet in het echte centrum van een stad maar gewoon in een woonwijk hierbij in de buurt. Je moet het dus ook echt weten dat het er is, want anders merk je het gewoon niet op. Daarnaast zijn de openingstijden ook nog eens vrij beperkt. Het museum is op dinsdag tot en met zaterdag alleen open tussen 10.00 en 14.00 uur.



Het Cifra paleis staat aan het centrale plein van de stad. Hierin is tegenwoordig een museum gevestigd. Het gebouw is in 1902 in opdracht van de gemeenteraad van de stad gebouwd. Het eerste plan voor de bouw is in mei 1902 gemaakt en in augustus 1903 was het bouwproject al voltooid. Erg snel dus als je ziet hoe lang een gemiddeld bouwplan tegenwoordig nodig heeft om uitgevoerd te worden. Het gebouw was bedoeld voor multifunctioneel gebruik. Op de begane grond was ruimte voor winkels. Op de eerste verdieping waren kantoor- en vergaderruimtes en op de tweede verdieping waren drie appartementen. Vanaf 1983 functioneert het als een museum.



De tijdelijke tentoonstelling bestaat uit een verzameling bijzondere objecten uit allerlei musea in Hongarije. Omdat de teksten hier in het Hongaars waren is het toch wel makkelijk om tegenwoordig via Google Translate dit te kunnen vertalen. Op de eerste foto is de schedel van een jonge man te zien. De schedel is in 2005 gevonden en bevond zich in een opgraving uit de vroege bronstijd.



De wielen van het wagentje op de volgende foto zijn in 1989 gevonden bij een opgraving die bestond uit allerlei huishoudelijk afval en andere zaken die niet meer nodig waren. Het zou gebruikt kunnen zijn als kinderspeelgoed.



Een bijzonder voorwerp is de doodskist die in 1994-1995 gevonden is bij opgravingen in de buurt van de witte kerk van Vac. In totaal werden in een crypte 262 goed bewaarde en rijkelijk gedecoreerde doodskisten gevonden. De kleding die de overledenen aan hadden was goed bewaard gebleven en geeft daardoor een goed beeld van de manier van leven van de hogere klasse in de steden gedurende de periode tussen 1730 en 1810.



Op de volgende overzichtstentoonstelling is aan de rechterkant het uniform en zwaard te zien van de Italiaanse luitenant generaal Istvan Türr uit 1900. Zijn carrière startte in 1842 in het Oostenrijkse leger. Later was hij actief in het Italiaanse leger onder leiding van generaal Garibaldi.



Eind 1949 werd besloten dat op de plaats van de stad Dunapentele een nieuwe industriële stad moest worden gebouwd waardoor de oorspronkelijke stad volledig moest verdwijnen. In mei 1950 werd gestart met de bouw hiervan. Op 7 november 1951 kreeg de stad de naam van de Russische leider Stalin. Na de dood van Staling werd de naam veranderd in Dunaujvaros. Het grote rode boek in het museum bevat de handtekeningen van duizenden werkers en een brief aan de toenmalige minister-president van het communistische Hongarije. In een aantal van de brieven wordt opgeroepen om de stad de naam van Stalin te geven..



Een ander interessant object is het onderstaande wapenschild van Hongarije waarin een deel van het portret van Stalin is verwerkt. Dit is gedaan door het schild over een portret van Stalin heen te schilderen. Het is gebruikt tijdens de mislukte opstand in 1956.



Na deze tijdelijke tentoonstelling kom je terecht in het deel van het museum waar een kleine verzameling schilderijen is te zien.



Het volgende deel van dit reisverslag is te vinden op deze pagina

Reactie toevoegen

Filtered HTML

Plain text

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.