Donderdag 13 oktober 2022
Na het bekijken van de tijdelijke tentoonstelling in he Mora Ferenc museum van Szeged kwam ik terecht in het gedeelte waar de permanente tentoonstelling is te zien. De laatste jaren is men bezig met het opnieuw opzetten van bepaalde delen van het museum waardoor dus niet alles toegankelijk was. Zeker wanneer je in Oost-Europa bent, is er altijd een bepaalde kans dat een museum geheel of gedeeltelijk dicht is, zonder dat dat echt duidelijk wordt aangegeven.

De Grote Hongaarse Laagvlakte is een van de onderwerpen van de permanente tentoonstelling van het museum. Dit is een grote vlakte waarvan ongeveer de helft in Hongarije ligt. Er wordt ingegaan op het ontstaan van dit gebied, de rivieren die er doorheen lopen en het landschap. Omdat dit een nieuw onderdeel van de permanente tentoonstelling is, is het keurig netjes voorzien van Engelse teksten. Er zijn allerlei opgezette dieren uit dit gebied te zien.

De naamgever van dit museum (Mora Ferenc) was naast directeur ook schrijver, dichter, journalist, archeoloog en bibliothecaris. Hij hield ook erg van de natuur en zag 100 jaar geleden al het belang van de bescherming hiervan. Dit deel van het museum is dan ook ingericht in de vorm van een bos, waarin zijn leven aan bod komt. In het midden van dit bos bevindt zich dan een boomhuis waarin zijn bekendste werken te zien zijn.

Tot slot nog een foto van de voorkant van het museum inclusief het plein met fontein.

Na deze twee musea te hebben bezocht, heb ik nog een korte wandeling door de stad gemaakt om vervolgens rond een uur of vijf weer terug te lopen naar het centraal station. Vlak in de buurt van het Mora Ferenc museum staat nog een restant van het voormalige kasteel van Szeged. Er is nu een museum in gevestigd dat op deze dag helaas gesloten was. Dit gaat over de geschiedenis van Szeged in het algemeen en het voormalige kasteel in het bijzonder.

Het theater van Szeged is gebouwd in 1883. Doordat de stad voor een groot deel verwoest was in 1879 maakte dit het vinden van een plek wel een stuk eenvoudiger. Al in april 1885 brandde het theater af. Al anderhalf jaar later in oktober 1886 werd het opnieuw opgebouwde theater geopend.

Naast de mooie gebouwen uit het einde van de 19de en het begin van de 20ste eeuw zijn er ook allerlei communistische bouwwerken te vinden uit de jaren 50 en 60 die gewoon tussen de historische gebouwen zijn weggezet. Hieronder een gebouw dat tegenwoordig in gebruik is als hotel.

De watertoren van de stad met een capaciteit van 1000 m3 is gebouwd in 1903 en 1904. In het begin van de 21ste eeuw is de toren volledig gerenoveerd. Nog steeds is hij in gebruik als watertoren. De toren kan ook beklommen worden en er is een tentoonstelling te zien over de geschiedenis. Het was helaas te laat op de dag om hier ook nog even te gaan kijken.

De hervormde kerk van Szeged ontworpen door Frigyes Schulek en in 1884 afgebouwd. Lajos Tisza, die verantwoordelijk was voor de herbouw van Szeged koos de plek uit.

Op de foto hieronder nog een flatgebouw wat zomaar is weggezet in de stad. Opnieuw echte communistische bouw. In zijn lelijkheid krijgt het bijna iets moois.

De Honved gereformeerde kerk is de tweede kerk van deze soort in Szeged en is gebouwd tussen 1941 en 1944. Na de Eerste Wereldoorlog nam het aantal protestantse inwoners van de stad toe. Het ging oom Hongaren die moesten vluchten uit delen van Hongarije die nu onderdeel gingen uitmaken van andere landen. Nadat de kerk in de zomer van 1944 klaar was, heeft pas op 30 november 1947 de eerste viering hier plaatsgevonden.

Op de terugweg naar het treinstation nog even een foto van de Heldenpoort waar ik in de ochtend ook al langskomen ben. Maar nu van de binnenkant van deze poort.

Na een wandeling langs nog een aantal interessante gebouwen van de stad was ik iets na vijven weer op het treinstation van Szeged. Dat was mooi op tijd om rond kwart voor zes de trein te hebben richting Budapest. In Hongarije moet je voor intercity treinen altijd reserveren. Dat betekent dat je dus naast het reguliere kaartje ook nog een reservering nodig hebt, die afhankelijk van de afstand omgerekend vaak iets tussen de 1 en 2 euro kost voor een enkele reis.

De terugreis naar Budapest verliep verder zonder bijzonderheden en iets na acht uur stond ik weer op het Nyugati treinstation in de buurt van mijn hotel.


Het volgende deel van dit reisverslag is te vinden op deze pagina
Na het bekijken van de tijdelijke tentoonstelling in he Mora Ferenc museum van Szeged kwam ik terecht in het gedeelte waar de permanente tentoonstelling is te zien. De laatste jaren is men bezig met het opnieuw opzetten van bepaalde delen van het museum waardoor dus niet alles toegankelijk was. Zeker wanneer je in Oost-Europa bent, is er altijd een bepaalde kans dat een museum geheel of gedeeltelijk dicht is, zonder dat dat echt duidelijk wordt aangegeven.

De Grote Hongaarse Laagvlakte is een van de onderwerpen van de permanente tentoonstelling van het museum. Dit is een grote vlakte waarvan ongeveer de helft in Hongarije ligt. Er wordt ingegaan op het ontstaan van dit gebied, de rivieren die er doorheen lopen en het landschap. Omdat dit een nieuw onderdeel van de permanente tentoonstelling is, is het keurig netjes voorzien van Engelse teksten. Er zijn allerlei opgezette dieren uit dit gebied te zien.

De naamgever van dit museum (Mora Ferenc) was naast directeur ook schrijver, dichter, journalist, archeoloog en bibliothecaris. Hij hield ook erg van de natuur en zag 100 jaar geleden al het belang van de bescherming hiervan. Dit deel van het museum is dan ook ingericht in de vorm van een bos, waarin zijn leven aan bod komt. In het midden van dit bos bevindt zich dan een boomhuis waarin zijn bekendste werken te zien zijn.

Tot slot nog een foto van de voorkant van het museum inclusief het plein met fontein.

Na deze twee musea te hebben bezocht, heb ik nog een korte wandeling door de stad gemaakt om vervolgens rond een uur of vijf weer terug te lopen naar het centraal station. Vlak in de buurt van het Mora Ferenc museum staat nog een restant van het voormalige kasteel van Szeged. Er is nu een museum in gevestigd dat op deze dag helaas gesloten was. Dit gaat over de geschiedenis van Szeged in het algemeen en het voormalige kasteel in het bijzonder.

Het theater van Szeged is gebouwd in 1883. Doordat de stad voor een groot deel verwoest was in 1879 maakte dit het vinden van een plek wel een stuk eenvoudiger. Al in april 1885 brandde het theater af. Al anderhalf jaar later in oktober 1886 werd het opnieuw opgebouwde theater geopend.

Naast de mooie gebouwen uit het einde van de 19de en het begin van de 20ste eeuw zijn er ook allerlei communistische bouwwerken te vinden uit de jaren 50 en 60 die gewoon tussen de historische gebouwen zijn weggezet. Hieronder een gebouw dat tegenwoordig in gebruik is als hotel.

De watertoren van de stad met een capaciteit van 1000 m3 is gebouwd in 1903 en 1904. In het begin van de 21ste eeuw is de toren volledig gerenoveerd. Nog steeds is hij in gebruik als watertoren. De toren kan ook beklommen worden en er is een tentoonstelling te zien over de geschiedenis. Het was helaas te laat op de dag om hier ook nog even te gaan kijken.

De hervormde kerk van Szeged ontworpen door Frigyes Schulek en in 1884 afgebouwd. Lajos Tisza, die verantwoordelijk was voor de herbouw van Szeged koos de plek uit.

Op de foto hieronder nog een flatgebouw wat zomaar is weggezet in de stad. Opnieuw echte communistische bouw. In zijn lelijkheid krijgt het bijna iets moois.

De Honved gereformeerde kerk is de tweede kerk van deze soort in Szeged en is gebouwd tussen 1941 en 1944. Na de Eerste Wereldoorlog nam het aantal protestantse inwoners van de stad toe. Het ging oom Hongaren die moesten vluchten uit delen van Hongarije die nu onderdeel gingen uitmaken van andere landen. Nadat de kerk in de zomer van 1944 klaar was, heeft pas op 30 november 1947 de eerste viering hier plaatsgevonden.

Op de terugweg naar het treinstation nog even een foto van de Heldenpoort waar ik in de ochtend ook al langskomen ben. Maar nu van de binnenkant van deze poort.

Na een wandeling langs nog een aantal interessante gebouwen van de stad was ik iets na vijven weer op het treinstation van Szeged. Dat was mooi op tijd om rond kwart voor zes de trein te hebben richting Budapest. In Hongarije moet je voor intercity treinen altijd reserveren. Dat betekent dat je dus naast het reguliere kaartje ook nog een reservering nodig hebt, die afhankelijk van de afstand omgerekend vaak iets tussen de 1 en 2 euro kost voor een enkele reis.

De terugreis naar Budapest verliep verder zonder bijzonderheden en iets na acht uur stond ik weer op het Nyugati treinstation in de buurt van mijn hotel.


Het volgende deel van dit reisverslag is te vinden op deze pagina

Reactie toevoegen