Donderdag 27 april 2023
Dit 8ste deel van het reisverslag gaat verder in het regionale museum van de stad Presov. De eerste foto is genomen in de ruimte die de geschiedenis van handwerkers laat zien. Uit historische gegevens blijkt dat er vanaf de 15de eeuw sprake is van gildes in Presov. Het oudste gilde van de bontwerkers werd opgericht in 1451. In de 17de eeuw waren er in Presov rond de 200 tot 250 werkplaatsen. Vanaf het begin van de 19de eeuw begon de productie van de gildes terug te lopen en ontstonden er wel allerlei kleine fabrieken. Presov verloor in deze tijd wel zijn vroegere economische betekenis.

In het midden van de 15de eeuw waren knopenmakers de belangrijkste handwerkers. Sinds 1463 waren ze georganiseerd in een eigen gilde. Ook deze vorm van handwerk verdween uiteindelijk in de loop van de 19de en de 20ste eeuw door de komst van machinale productie in fabrieken.

Het gilde van de slotenmakers bestaat sinds 1473. Sinds het begin van de 17de eeuw werd er ook samengewerkt met tin smeden en de makers van wapens. Aan het einde van de 18de eeuw waren er na een tijdelijke afname vanwege oorlogen en plagen nog 29 actief. Ook hier kwam in de loop van de 19de eeuw een einde aan door de opkomst van de industrie.

Het museum is wel een beetje een allegaartje waar niet altijd een duidelijk lijn in te trekken is. Na een aantal themaruimtes kom je dan ineens weer in een ruimte waar het weer meer over de algemene geschiedenis van de stad gaat.

Op de onderstaande foto is goed te zien dat je hier rondloopt in een oud kasteel. In deze gang hangen een aantal voor mij willekeurige schilderijen aan de muur.

Een van de naar mijn mening meer bijzondere ruimtes is de inventaris van een apotheek zoals die tussen de 17de en 19de eeuw gebruikt is in Presov. De volledige inrichting is nu in dit regionale museum te zien.

Het museum gaat vervolgens verder met een aantal grotere ruimtes die vooral inzicht geven in het dagelijks leven van de mensen. Een voorbeeld hiervan is de productie van textiel zoals die eeuwenlang in het oosten van Slowakije heeft plaatsgevonden.

Hout was het meest gebruikte materiaal voor het maken van huishoudelijke voorwerpen, meubels en zaken die in het dagelijks leven gebruikt werden. In de entreehal van het huis bevond zich oorspronkelijk een open plaats voor vuur, later kwam hier een kachel te staan. Verder was deze ruimte vaak ingericht met eenvoudige meubels.

Zo zijn er hier nog een aantal ruimtes met grote verzamelingen voorwerpen waarbij helaas maar weinig toelichting gegeven wordt. Je ziet het in dit soort gebieden vaak, dat de musea hier nog niet erg zijn ingericht op toeristen. Dat heeft aan de andere kant het voordeel dat het ook nog iets authentieks heeft. Maar het is echt totaal iets anders dan bijvoorbeeld de keurig ingerichte en gedocumenteerde musea die je in landen als Duitsland tegenkomt.


In het laatste gedeelte van het museum is dan een stuk ingericht voor een tentoonstelling over de plaatselijke brandweer.

Het informatieve gedeelte van het museum bevindt zich in het paleis zelf. Het museum bezit ook een verzameling brandweerauto’s die in een aparte ruimte op de binnenplaats staat. En dat is zoals op de onderstaande foto te zien een echt brutalistisch gebouw uit de communistische tijd. In zijn lelijkheid krijgt het gebouw bijna iets moois. Je vraagt je bij dit soort gebouwen echt af hoe iemand ooit op het idee is gekomen om dit hier zo weg te zetten.

Het gebouw stat helemaal vol met brandweerauto’s. Door de constructie en de verlaagde betonnen platen krijg je wel een beetje een opgesloten gevoel in het gebouw. Ook vind ik het bijzonder knap hoe ze alle wagens het gebouw in hebben gekregen want tussen sommige auto’s en de betonnen platen zat echt maar een paar centimeter.

Al met al was het regionale museum zeker interessant om te bezoeken. Als je dit soort kleinere plaatsen gaat bezoeken is een goede planning vooraf in elk geval belangrijk. Treinen rijden niet altijd regelmatig en het is ook goed om te weten wat er in een stad te zien is, zodat je in kunt schatten hoeveel tijd je hiervoor nodig hebt. Zeker bij de kleinere plaatsen is het soms echt nodig om er twee op een dag te combineren omdat er anders gewoon te weinig te zien is.

Zoals op de foto’s te zien is, ben ik inmiddels weer teruggelopen naar het station van Presov. Als je een land beter wilt leren kennen is het echt aan te bevelen om verder te kijken dan alleen de hoofdstad. In de kleinere plaatsen zijn ook genoeg interessante zaken te zien, zolang je er maar naar zoekt. En zeker met behulp van internet kun je later bij het maken reisverslag voldoende informatie terugvinden over alles wat je gezien hebt.

De foto hierboven heb ik genomen vanaf de ruimte op de eerste etage van het station. Deze is wel toegankelijk maar stond verder voor het grootste deel leeg. Zoals al eerder opgemerkt een overblijfsel uit oude tijden toen er gewoon meer reizigers waren en het dus nog rendabel was om hier bijvoorbeeld een restaurant te hebben.

Om kwart voor vier ben ik met de trein vanuit Presov weer teruggereisd naar Kosice. Treinreizen is in Slowakije echt zeer goed koop. Voor een treinkaartje over een afstand van een kleine 40 kilometer (gerekend met de auto) betaal je hier 1,75 euro. Voor zover ik het kon zien werd er best goed gebruik gemaakt van de treinen, die wat kwaliteit betreffen echt niet onderdoen voor Nederland.

Het volgende deel van dit reisverslag is te vinden op deze pagina
Dit 8ste deel van het reisverslag gaat verder in het regionale museum van de stad Presov. De eerste foto is genomen in de ruimte die de geschiedenis van handwerkers laat zien. Uit historische gegevens blijkt dat er vanaf de 15de eeuw sprake is van gildes in Presov. Het oudste gilde van de bontwerkers werd opgericht in 1451. In de 17de eeuw waren er in Presov rond de 200 tot 250 werkplaatsen. Vanaf het begin van de 19de eeuw begon de productie van de gildes terug te lopen en ontstonden er wel allerlei kleine fabrieken. Presov verloor in deze tijd wel zijn vroegere economische betekenis.

In het midden van de 15de eeuw waren knopenmakers de belangrijkste handwerkers. Sinds 1463 waren ze georganiseerd in een eigen gilde. Ook deze vorm van handwerk verdween uiteindelijk in de loop van de 19de en de 20ste eeuw door de komst van machinale productie in fabrieken.

Het gilde van de slotenmakers bestaat sinds 1473. Sinds het begin van de 17de eeuw werd er ook samengewerkt met tin smeden en de makers van wapens. Aan het einde van de 18de eeuw waren er na een tijdelijke afname vanwege oorlogen en plagen nog 29 actief. Ook hier kwam in de loop van de 19de eeuw een einde aan door de opkomst van de industrie.

Het museum is wel een beetje een allegaartje waar niet altijd een duidelijk lijn in te trekken is. Na een aantal themaruimtes kom je dan ineens weer in een ruimte waar het weer meer over de algemene geschiedenis van de stad gaat.

Op de onderstaande foto is goed te zien dat je hier rondloopt in een oud kasteel. In deze gang hangen een aantal voor mij willekeurige schilderijen aan de muur.

Een van de naar mijn mening meer bijzondere ruimtes is de inventaris van een apotheek zoals die tussen de 17de en 19de eeuw gebruikt is in Presov. De volledige inrichting is nu in dit regionale museum te zien.

Het museum gaat vervolgens verder met een aantal grotere ruimtes die vooral inzicht geven in het dagelijks leven van de mensen. Een voorbeeld hiervan is de productie van textiel zoals die eeuwenlang in het oosten van Slowakije heeft plaatsgevonden.

Hout was het meest gebruikte materiaal voor het maken van huishoudelijke voorwerpen, meubels en zaken die in het dagelijks leven gebruikt werden. In de entreehal van het huis bevond zich oorspronkelijk een open plaats voor vuur, later kwam hier een kachel te staan. Verder was deze ruimte vaak ingericht met eenvoudige meubels.

Zo zijn er hier nog een aantal ruimtes met grote verzamelingen voorwerpen waarbij helaas maar weinig toelichting gegeven wordt. Je ziet het in dit soort gebieden vaak, dat de musea hier nog niet erg zijn ingericht op toeristen. Dat heeft aan de andere kant het voordeel dat het ook nog iets authentieks heeft. Maar het is echt totaal iets anders dan bijvoorbeeld de keurig ingerichte en gedocumenteerde musea die je in landen als Duitsland tegenkomt.


In het laatste gedeelte van het museum is dan een stuk ingericht voor een tentoonstelling over de plaatselijke brandweer.

Het informatieve gedeelte van het museum bevindt zich in het paleis zelf. Het museum bezit ook een verzameling brandweerauto’s die in een aparte ruimte op de binnenplaats staat. En dat is zoals op de onderstaande foto te zien een echt brutalistisch gebouw uit de communistische tijd. In zijn lelijkheid krijgt het gebouw bijna iets moois. Je vraagt je bij dit soort gebouwen echt af hoe iemand ooit op het idee is gekomen om dit hier zo weg te zetten.

Het gebouw stat helemaal vol met brandweerauto’s. Door de constructie en de verlaagde betonnen platen krijg je wel een beetje een opgesloten gevoel in het gebouw. Ook vind ik het bijzonder knap hoe ze alle wagens het gebouw in hebben gekregen want tussen sommige auto’s en de betonnen platen zat echt maar een paar centimeter.

Al met al was het regionale museum zeker interessant om te bezoeken. Als je dit soort kleinere plaatsen gaat bezoeken is een goede planning vooraf in elk geval belangrijk. Treinen rijden niet altijd regelmatig en het is ook goed om te weten wat er in een stad te zien is, zodat je in kunt schatten hoeveel tijd je hiervoor nodig hebt. Zeker bij de kleinere plaatsen is het soms echt nodig om er twee op een dag te combineren omdat er anders gewoon te weinig te zien is.

Zoals op de foto’s te zien is, ben ik inmiddels weer teruggelopen naar het station van Presov. Als je een land beter wilt leren kennen is het echt aan te bevelen om verder te kijken dan alleen de hoofdstad. In de kleinere plaatsen zijn ook genoeg interessante zaken te zien, zolang je er maar naar zoekt. En zeker met behulp van internet kun je later bij het maken reisverslag voldoende informatie terugvinden over alles wat je gezien hebt.

De foto hierboven heb ik genomen vanaf de ruimte op de eerste etage van het station. Deze is wel toegankelijk maar stond verder voor het grootste deel leeg. Zoals al eerder opgemerkt een overblijfsel uit oude tijden toen er gewoon meer reizigers waren en het dus nog rendabel was om hier bijvoorbeeld een restaurant te hebben.

Om kwart voor vier ben ik met de trein vanuit Presov weer teruggereisd naar Kosice. Treinreizen is in Slowakije echt zeer goed koop. Voor een treinkaartje over een afstand van een kleine 40 kilometer (gerekend met de auto) betaal je hier 1,75 euro. Voor zover ik het kon zien werd er best goed gebruik gemaakt van de treinen, die wat kwaliteit betreffen echt niet onderdoen voor Nederland.

Het volgende deel van dit reisverslag is te vinden op deze pagina

Reactie toevoegen