Reisverslag Slowakije 2023 deel 17

Maandag 1 mei 2023
De laatste drie dagen van mijn vakantie in Slowakije heb ik doorgebracht in de hoofdstad Bratislava. Van hieruit kun je ook makkelijk andere plaatsen in het westen van Slowakije bezoeken met de trein. Op 1 mei, in Slowakije een officiële feestdag (Dag van de Arbeid) ben ik naar Trencin gegaan. Dit is een plaats in de buurt van Bratislava met ruim 55.000 inwoners. Met de trein ben je iets meer dan een uur onderweg.



De grootste bezienswaardigheid van de stad is het gelijknamige kasteel dat op een heuvel vlak naast de stad staat. Zoals later uit dit reisverslag zal blijken, is er al meteen een groot verschil met de kastelen die ik in het oosten van Slowakije bezocht heb. Hier is alles keurig netjes onderhouden of gerestaureerd. Dat in tegenstelling tot het oostelijke deel van het land waar veel kastelen in een slechte toestand verkeren en ook niet goed toegankelijk zijn voor bezoekers.



Vanaf het treinstation kun je het kasteel van de stad al goed zien. Zoals op de foto’s te zien is, was het in het westen van Slowakije echt beter weer dan de dagen dat ik in het oosten ben geweest. De zon scheen met weinig bewolking, maar de temperatuur was ook weer niet al te hoog. Dus prima weer om hier een dagje rond te lopen.



Deze ochtend was ik rond half 10 vertrokken met de trein vanuit Bratislava om een uur later in Trencin aan te komen. Aan het eind van de ochtend was het hier nog steeds behoorlijk rustig. Ondanks dat het maandag was (een dag waarop veel musea gesloten zijn), was het kasteel van Trencin gelukkig wel te bezoeken.



Na een wandeling de heuvel op, kun je het terrein op bij de ingang bij de klokkentoren. Deze toren is in het begin van de 14de eeuw gebouwd. De klok is pas later boven op de toren opgehangen. Zoals aan de vorm van de toren te zien is, had deze vooral ook een functie om het kasteel te bewaken.



Bij binnenkomst op het terrein van het kasteel kom je op een soort binnenplaats uit waar zich een bastion bevindt dat gebruikt werd om het kasteel te verdedigen. Dit deel is in 1540 gebouwd en werd gebruikt voor het artilleriegeschut. Hier bevindt zich ook de bron van de liefde. Dit is een bron met een diepte van 80 meter. Het is echter niet gelukt om een waterbron te vinden, dus de bron wordt nu gevoed door regenwater.





Een van de torens die het kasteel beschermd is de zogenaamde hongertoren. Trencin kreeg rond 1375 het recht om een eigen rechtbank in te stellen. In eerste instantie vooral voor kleine misdrijven maar later ook voor grotere overtredingen. In het kasteel hebben zich in de loop der tijd op verschillende plaatsen gevangenissen bevonden.



De hongertoren is oorspronkelijk gebouwd als verdedigings- en uitzichttoren. Later is de toren omgebouwd tot een gevangenis. In de toren bevindt zich tegenwoordig een uitstalling van allerlei martelwerktuigen.



De volgende foto laat het deel van het kasteel zien dat in de 17de eeuw ontstaan is, om hier de kanonnen ter verdediging weg te zetten.



Aan de zuidelijke kant van het complex kun je door naar beneden te lopen in een ruimte komen tussen een tweetal beschermingswallen van het kasteel. Op deze plek is in de jaren ’70 van de vorige eeuw een oud kerkhof ontdekt waarop mensen begraven waren in periodes dat er sprake was van grote plagen. De graven lagen op een diepte van ongeveer één meter en waren bedekt met leem. Dit was een eerste indicatie dat hier mensen begraven waren, die overleden zijn aan besmettelijke ziektes.



Veel van de skeletten waren van jonge mannen en het is dan ook het vermoeden dat het hier gaat om toenmalig personeel van het kasteel dat hier begraven is. Ook in de 18de eeuw zijn hier nog mensen begraven.



Het Jeremiah bastion is een van de twee oudere bastions van het complex. Het is van oorsprong een middeleeuws gebouw dat in de loop van de zestiende eeuw onderdeel is geworden van de zuidelijke beschermingswal van het kasteel.



Op de onderstaande foto is het eigenlijke kasteel te zien, dat zich in het midden van het complex bevindt. In de 11de eeuw is het kasteel ontstaan als een plek om de grens te bewaken en ook oude handelsroutes te beschermen. Het kasteel is eigenaar geweest van Hongaarse koningen en bekende adellijke families. Aan het einde van de 13de eeuw werd Matthaus Csak eigenaar van het gebouw. Vanuit Trencin had hij de controle over ongeveer 50 van dit soort kastelen.





Het Zapolya paleis is het minst oude deel van dit kasteel. Het is gebouwd in het begin van de 16de eeuw en sluit aan op een al bestaande kapel uit de 15de eeuw. Sinds 1994 bevindt zich hierin een verzameling van 94 schilderijen van de Illeshazy familie. Zij zijn in de 17de en 18de eeuw eigenaar geweest van het kasteel. Op dit moment worden er nog steeds herstelwerkzaamheden verricht aan schilderijen uit deze collectie.



De zomertoren op de volgende foto is gebouwd in de late 15de eeuw.



In het jaar 1424 werd koningin Barbara van Cilli eigenaar van het kasteel. Het deel van het complex dat toen gebouwd is, heeft nog steeds haar naam. Hiervoor werd het materiaal gebruikt van het nu niet meer bestaande Mattheus paleis. In de buurt van de nog wel bestaande Mattheus toren werd toen een kleine kapel gebouwd. Hiervan zijn de overblijfselen vandaag nog steeds te zien. De wanden waren oorspronkelijk beschilderd met gotische fresco’s van heiligen. Beneden het altaar bevond zich ook een kleine crypte.



Het volgende deel van dit reisverslag is te vinden op deze pagina

Reactie toevoegen

Filtered HTML