Tags:
Donderdag 11 oktober 2018
Op de derde dag van mijn vakantie ben ik naar het plaatsje Kutna Hora gegaan. Doordat de treindiensten in Tsjechiƫ niet altijd regelmatig om het uur rijden kon ik pas rond half tien met de trein vanuit Praag vertrekken. Eerst ga je dan met een expresstrein naar het station van Kolin. Dit is een groter station waar ook de snellere treinen en internationale Eurocity-treinen stoppen.

Aangekomen in Kolin is het vervolgens overstappen op een stoptrein naar het centrale station van Kutna Hora. Daar is dan weer een nieuwe overstap nodig op een andere stoptrein die tussen de drie stations die Kutna Hora heeft op en neer rijdt.

Dit is een kleine trein met slechts twee wagons. Ik ben uitgestapt bij de halte Sedlec. Dit is een wijk van Kutna Hora waar ook een aantal bezienswaardigheden te zien zijn. Het is maar een kleine halte en ik was de enige passagier die daar uitstapte. De trein reed vervolgens nog verder naar het laatste station van Kutna Hora, station Mesto. Hier zijn de meeste bezienswaardigheden van het stadje te zien.

In het stadsdeel Sedlec staat de "Maria-Tenhemelopneming en Johannes de Doperkerk. Deze kerk staat net als de hele historische binnenstad van Kutna Hora op de werelderfgoedlijst van de Unesco. De kerk is gesticht door de edelman Miroslav van Waldsassen. Vanuit Duitsland zijn een aantal monniken in 1142 naar Sedlec gekomen. Hierdoor behoord deze kerk tot het oudste deel van Kutna Hora.

De kerk zelf is tussen 1290 en 1320 gebouwd. Er was toen sprake van grote rijkdom omdat het aanwezige klooster van de orde profiteerde van de aanwezigheid van een zilvermijn op hun land.

Tijdens de Boheemse oorlog van 1421 werd de kerk platgebrand en werden veel monniken gedood. Tussen 1699 en 1709 is de kerk weer opnieuw opgebouwd. De huidige kerk is een ontwerp van de architecten Paul Ignaz Bayer en Jan Blazej Santini - Aichel.

Op de volgende foto is een biechtstoel in barokke stijl te zien. Deze biechtstoel is van 1730 maar de ontwerper is niet bekend. Boven op de biechtstoel is een beeld van Johannes van Nepomuk te zien.

Hieronder een foto van de kapel van de veertien noodhelpers. Dit is een groep van heiligen die zouden helpen bij allerlei ziektes en aandoeningen. Deze groep is voor het eerst verschenen in de 14de eeuw in Duitsland.

In de kerk staat ook een reliekschrijn van de heilige Felix. Dit is een martelaar uit het oude Rome. Deze schrijn is in 1742 door paus Benedictus XIV geschonken ter gelegenheid van het 600 jarig bestaan van het klooster.

Je kunt ook naar boven toe en zo krijg je een mooi overzicht van de kerk als geheel.


Op loopafstand van de kerk bevindt zich het Ossuarium van Sedcle. Dit is een kleine kapel onder de Allerheiligenkerk op de begraafplaats van Sedlec. In dit ossuarium bevinden zich de skeletten van vele tienduizenden personen die gebruikt zijn om de kapel te versieren.

De begraafplaats is ontstaan doordat de abt van het klooster van Sedlec in de 13de eeuw grond uit Jeruzalem heeft meegenomen en deze uitgestrooid heeft over het kerkhof waardoor het heilige grond werd.

In het midden van de veertiende eeuw was er sprake van een grote pestepidemie die voor heel veel doden heeft gezorgd. Het kerkhof moest dan ook flink worden uitgebreid. Toen er in de 15de eeuw midden op het kerkhof een gotische kerk gebouwd werd, moesten veel van de graven dan ook geruimd worden.

Vervolgens werden de botten in eerste instantie tijdelijk opgeslagen in de kelder van de nieuw gebouwde kerk. Het ossuarium zoals het er nu uitziet is ontworpen door de beeldhouwer Frantisek Rint in de 19de eeuw.

Het is apart om zo iets te zien, maar ik had geen behoefte om hier heel erg lang te blijven omdat het nu niet echt een omgeving is waar je vrolijk van wordt. Na deze twee bezienswaardigheden in Sedlec was het tijd om richting het oude centrum van Kutna Hora te gaan.

Het volgende deel van dit reisverslag is te vinden op deze pagina
Op de derde dag van mijn vakantie ben ik naar het plaatsje Kutna Hora gegaan. Doordat de treindiensten in Tsjechiƫ niet altijd regelmatig om het uur rijden kon ik pas rond half tien met de trein vanuit Praag vertrekken. Eerst ga je dan met een expresstrein naar het station van Kolin. Dit is een groter station waar ook de snellere treinen en internationale Eurocity-treinen stoppen.

Aangekomen in Kolin is het vervolgens overstappen op een stoptrein naar het centrale station van Kutna Hora. Daar is dan weer een nieuwe overstap nodig op een andere stoptrein die tussen de drie stations die Kutna Hora heeft op en neer rijdt.

Dit is een kleine trein met slechts twee wagons. Ik ben uitgestapt bij de halte Sedlec. Dit is een wijk van Kutna Hora waar ook een aantal bezienswaardigheden te zien zijn. Het is maar een kleine halte en ik was de enige passagier die daar uitstapte. De trein reed vervolgens nog verder naar het laatste station van Kutna Hora, station Mesto. Hier zijn de meeste bezienswaardigheden van het stadje te zien.

In het stadsdeel Sedlec staat de "Maria-Tenhemelopneming en Johannes de Doperkerk. Deze kerk staat net als de hele historische binnenstad van Kutna Hora op de werelderfgoedlijst van de Unesco. De kerk is gesticht door de edelman Miroslav van Waldsassen. Vanuit Duitsland zijn een aantal monniken in 1142 naar Sedlec gekomen. Hierdoor behoord deze kerk tot het oudste deel van Kutna Hora.

De kerk zelf is tussen 1290 en 1320 gebouwd. Er was toen sprake van grote rijkdom omdat het aanwezige klooster van de orde profiteerde van de aanwezigheid van een zilvermijn op hun land.

Tijdens de Boheemse oorlog van 1421 werd de kerk platgebrand en werden veel monniken gedood. Tussen 1699 en 1709 is de kerk weer opnieuw opgebouwd. De huidige kerk is een ontwerp van de architecten Paul Ignaz Bayer en Jan Blazej Santini - Aichel.

Op de volgende foto is een biechtstoel in barokke stijl te zien. Deze biechtstoel is van 1730 maar de ontwerper is niet bekend. Boven op de biechtstoel is een beeld van Johannes van Nepomuk te zien.

Hieronder een foto van de kapel van de veertien noodhelpers. Dit is een groep van heiligen die zouden helpen bij allerlei ziektes en aandoeningen. Deze groep is voor het eerst verschenen in de 14de eeuw in Duitsland.

In de kerk staat ook een reliekschrijn van de heilige Felix. Dit is een martelaar uit het oude Rome. Deze schrijn is in 1742 door paus Benedictus XIV geschonken ter gelegenheid van het 600 jarig bestaan van het klooster.

Je kunt ook naar boven toe en zo krijg je een mooi overzicht van de kerk als geheel.


Op loopafstand van de kerk bevindt zich het Ossuarium van Sedcle. Dit is een kleine kapel onder de Allerheiligenkerk op de begraafplaats van Sedlec. In dit ossuarium bevinden zich de skeletten van vele tienduizenden personen die gebruikt zijn om de kapel te versieren.

De begraafplaats is ontstaan doordat de abt van het klooster van Sedlec in de 13de eeuw grond uit Jeruzalem heeft meegenomen en deze uitgestrooid heeft over het kerkhof waardoor het heilige grond werd.

In het midden van de veertiende eeuw was er sprake van een grote pestepidemie die voor heel veel doden heeft gezorgd. Het kerkhof moest dan ook flink worden uitgebreid. Toen er in de 15de eeuw midden op het kerkhof een gotische kerk gebouwd werd, moesten veel van de graven dan ook geruimd worden.

Vervolgens werden de botten in eerste instantie tijdelijk opgeslagen in de kelder van de nieuw gebouwde kerk. Het ossuarium zoals het er nu uitziet is ontworpen door de beeldhouwer Frantisek Rint in de 19de eeuw.

Het is apart om zo iets te zien, maar ik had geen behoefte om hier heel erg lang te blijven omdat het nu niet echt een omgeving is waar je vrolijk van wordt. Na deze twee bezienswaardigheden in Sedlec was het tijd om richting het oude centrum van Kutna Hora te gaan.

Het volgende deel van dit reisverslag is te vinden op deze pagina
Reactie toevoegen