Tags:
Donderdag 21 oktober 2021
In het Märkisches museum was ik in het vorige deel van dit reisverslag aangekomen bij de periode van de Tweede Wereldoorlog. Zeker in de tijd vlak na de oorlog was een handkar die zelf gebouwd was een zeer belangrijk hulpmiddel om allerlei goederen waaronder levensmiddelen te transporteren.

De meubels op de volgende foto hebben in het gemeentehuis van Berlijn gestaan. In de tijd van burgemeester Ernst Reuter stonden ze in zijn kamer en werden gebruikt als rookhoek.

Nadat in augustus 1961 de DDR gestart was me de bouw van een muur rondom het westelijke deel van Berlijn probeerden mensen op allerlei manieren vanuit het oosten naar het westen van de stad te vluchten. Dit gebeurde onder andere door het bouwen van tunnels. Op de volgende foto zijn een aantal restanten hiervan te zien. In het midden liggen lampjes uit de kerstboom die in vluchttunnels gebruikt werden om te waarschuwen voor gevaar.

De voorlaatste foto uit het Märkisches Museum is genomen in de gotische kapel waar een verzameling religieuze kunst is te zien.

Op de laatste foto zijn twee altaar vleugels met houtsnijwerken te zien uit een kerk in de huidige plaats Gestowice (Polen).

Na dit bezoek aan het Märkisches Museum had ik nog voldoende tijd om de Nikolaikirche in de buurt hiervan te bezoeken. Dit is het oudste nog bestaande kerkgebouw in Berlijn. Sinds 1938 is het gebouw niet meer als kerk in gebruik maar onderdeel van het stadsmuseum in Berlijn. Er zijn nu een groot aantal voorwerpen in te zien die de oorlog overleefd hebben.

Hieronder eerst een overzichtsfoto van de kerk die een indruk geeft van de inrichting ervan. Op deze foto is goed te zien dat overal in de kerk (delen van) oude beelden staan. De foto’s die ik voor dit reisverslag heb uitgekozen zijn ook weer een kleine selectie van de vele voorwerpen die hier te zien zijn.

In de kerk bevinden zich de grafmonumenten van Christian Wendlandt en zijn vrouw uit het einde van de 18de eeuw. Beide monumenten zijn slechts gedeeltelijk behouden en bevinden zich in de toestand van voor 1945.

De preekstoel die in de kerk te zien is, komt uit het klooster van de Franciscanen en is in 1662 gebouwd. In de oorlog is hij zwaar beschadigd maar later weer uit honderden originele fragmenten en nagemaakte onderdelen opgebouwd.

De stenen opgraving die in de kerk te zien is, is in 1940 bij onderzoeken tevoorschijn gekomen. Het gaat om een stuk steen dat flink ouder is dan de rest van de kerk. Het vermoeden is dat dit een restant is van een laat romeinse kerk die op de plek stond waar nu de Nikolaikirche staat. Tijdens de opgravingen is het gelukt om het oppervlak van deze vroege kerk te reconstrueren. Het verloop hiervan is in de bodem van de huidige kerk gemarkeerd.

De volgende twee oude beelden komen uit het begin van de 18de eeuw en laten Johann Conow (een postmeester uit Brandenburg) en Johann Georg Glume (een rechter) zien. In beide gevallen is slechts een deel van het beeld behouden en de toestand is nog steeds zoals deze voor 1945 was.

De levensgrote houten beelden in de kerk komen van het barokke altaar van deze kerk. De maker hiervan was de kunstenaar Johann Christoph Döbel (1640 – 1713).

Op de volgende foto is een altaardoek te zien uit het klooster van de Cisterciënzers in Zehdenick (Brandenburg). Het doek is hier in de 13de eeuw door zusters gemaakt voor het altaar van hun kloosterkerk. Op het doek zijn 76 religieuze afbeeldingen te zien.

Tot slot nog een overzicht van de gehele kerk. Doordat de kerk na zijn verwoesting lange tijd als een ruïne in Berlijn heeft gestaan, heeft dit ertoe geleid dat allerlei mensen hier rond zijn gaan lopen en dus ook allerlei stukken steen en fragment hebben meegenomen. In de loop van de tijd zijn er wel weer stukken teruggekomen maar het betekent nog steeds dat bepaalde delen ontbreken.

Het volgende deel van dit reisverslag is te vinden op deze pagina
In het Märkisches museum was ik in het vorige deel van dit reisverslag aangekomen bij de periode van de Tweede Wereldoorlog. Zeker in de tijd vlak na de oorlog was een handkar die zelf gebouwd was een zeer belangrijk hulpmiddel om allerlei goederen waaronder levensmiddelen te transporteren.

De meubels op de volgende foto hebben in het gemeentehuis van Berlijn gestaan. In de tijd van burgemeester Ernst Reuter stonden ze in zijn kamer en werden gebruikt als rookhoek.

Nadat in augustus 1961 de DDR gestart was me de bouw van een muur rondom het westelijke deel van Berlijn probeerden mensen op allerlei manieren vanuit het oosten naar het westen van de stad te vluchten. Dit gebeurde onder andere door het bouwen van tunnels. Op de volgende foto zijn een aantal restanten hiervan te zien. In het midden liggen lampjes uit de kerstboom die in vluchttunnels gebruikt werden om te waarschuwen voor gevaar.

De voorlaatste foto uit het Märkisches Museum is genomen in de gotische kapel waar een verzameling religieuze kunst is te zien.

Op de laatste foto zijn twee altaar vleugels met houtsnijwerken te zien uit een kerk in de huidige plaats Gestowice (Polen).

Na dit bezoek aan het Märkisches Museum had ik nog voldoende tijd om de Nikolaikirche in de buurt hiervan te bezoeken. Dit is het oudste nog bestaande kerkgebouw in Berlijn. Sinds 1938 is het gebouw niet meer als kerk in gebruik maar onderdeel van het stadsmuseum in Berlijn. Er zijn nu een groot aantal voorwerpen in te zien die de oorlog overleefd hebben.

Hieronder eerst een overzichtsfoto van de kerk die een indruk geeft van de inrichting ervan. Op deze foto is goed te zien dat overal in de kerk (delen van) oude beelden staan. De foto’s die ik voor dit reisverslag heb uitgekozen zijn ook weer een kleine selectie van de vele voorwerpen die hier te zien zijn.

In de kerk bevinden zich de grafmonumenten van Christian Wendlandt en zijn vrouw uit het einde van de 18de eeuw. Beide monumenten zijn slechts gedeeltelijk behouden en bevinden zich in de toestand van voor 1945.

De preekstoel die in de kerk te zien is, komt uit het klooster van de Franciscanen en is in 1662 gebouwd. In de oorlog is hij zwaar beschadigd maar later weer uit honderden originele fragmenten en nagemaakte onderdelen opgebouwd.

De stenen opgraving die in de kerk te zien is, is in 1940 bij onderzoeken tevoorschijn gekomen. Het gaat om een stuk steen dat flink ouder is dan de rest van de kerk. Het vermoeden is dat dit een restant is van een laat romeinse kerk die op de plek stond waar nu de Nikolaikirche staat. Tijdens de opgravingen is het gelukt om het oppervlak van deze vroege kerk te reconstrueren. Het verloop hiervan is in de bodem van de huidige kerk gemarkeerd.

De volgende twee oude beelden komen uit het begin van de 18de eeuw en laten Johann Conow (een postmeester uit Brandenburg) en Johann Georg Glume (een rechter) zien. In beide gevallen is slechts een deel van het beeld behouden en de toestand is nog steeds zoals deze voor 1945 was.

De levensgrote houten beelden in de kerk komen van het barokke altaar van deze kerk. De maker hiervan was de kunstenaar Johann Christoph Döbel (1640 – 1713).

Op de volgende foto is een altaardoek te zien uit het klooster van de Cisterciënzers in Zehdenick (Brandenburg). Het doek is hier in de 13de eeuw door zusters gemaakt voor het altaar van hun kloosterkerk. Op het doek zijn 76 religieuze afbeeldingen te zien.

Tot slot nog een overzicht van de gehele kerk. Doordat de kerk na zijn verwoesting lange tijd als een ruïne in Berlijn heeft gestaan, heeft dit ertoe geleid dat allerlei mensen hier rond zijn gaan lopen en dus ook allerlei stukken steen en fragment hebben meegenomen. In de loop van de tijd zijn er wel weer stukken teruggekomen maar het betekent nog steeds dat bepaalde delen ontbreken.

Het volgende deel van dit reisverslag is te vinden op deze pagina
Reactie toevoegen