Reisverslag Berlijn 2021 deel 29

Tags: 

Vrijdag 22 oktober 2021
In oktober 2021 was in het Duitse Historische Museum een uitgebreide tentoonstelling te zien over de geschiedenis van de Documenta. Een kunsttentoonstelling die elke vijf jaar in het Duitse Kassel plaatsvindt. Gedurende een aantal edities was er ook een speciaal onderdeel voor kinderen. Centraal hier stonden onder andere tekeningen die door kinderen gemaakt waren waarbij ze geïnspireerd waren door kunstwerken die op de Documenta te zien waren.



Op de volgende foto is een plastic tas te zien van de kunstenaar Joseph Beuys met als titel “Zo kan de dictatuur van de partijen overwonnen worden”. Op het groene bovenste deel van de cirkel is te zien wat volgens de kunstenaar een werkelijke democratie is. Het onderste rode deel van de tas laat zien wat er gebeurd in een staat die door partijen gedomineerd wordt, iets wat feitelijk in alle democratieën het geval is.



In de periode 1955 tot en met 1997 zijn er in totaal 10 edities van de Documenta geweest. Bij de eerste editie waren de opbrengsten 379.000 euro om op te lopen tot een bedrag van rond de 21,7 miljoen bij de editie van 1997. Het overzicht hieronder laat zien dat een groot deel van de inkomsten komt uit de entreegelden van bezoekers, maar dat ook de plaatselijke, provinciale en landelijk overheid flink bijdragen.



Tussen 1960 en 1997 was er ook een aparte stichting die giften kreeg van kunstenaars als hun werk tijdens de Documenta verkocht werd. Ook grote bedrijven zoals Sony hebben de Documenta gesponsord. Dat leidde weer tot kritiek van kunstenaars dat dit voor censuur zou kunnen zorgen.



Op de volgende foto zijn een groot aantal verschillende toegangskaarten voor de edities 6,8 en 10 te zien.



Een voorbeeld van reclame voor de Documenta is een brochure van de Deutsche Bahn. Dit soort brochures werden tot een aantal jaar geleden door de Deutsche Bahn uitgedeeld in lange afstandstreinen. De brochure gaf een overzicht van alle stations waar de trein stopten en mogelijke aansluitingen op andere treinen. De komst van allerlei digitale apps heeft dit soort folders overbodig gemaakt.



Naast de tentoonstelling over de Documenta was er in oktober 2021 nog een andere tentoonstelling te zien over kunstenaars uit de nationaal socialistische tijd die na de oorlog in de Bondsrepubliek actief waren. In 1944 werd door Adolf Hitler en Joseph Goebbels een lijst opgesteld van in totaal 1041 kunstenaars die de nazi’s belangrijk vonden. Iedereen op deze lijst (Gottbegnadeten-Liste) was vrijgesteld van dienst in het leger maar moest wel optreden in de propaganda van de nazi’s.



De eerste foto uit deze tentoonstelling laat een stuk zien van de rijksadelaar die hing in de marmeren hal van de nieuw rijkskanselarij in Berlijn. Dit mozaïek is in 1935 gemaakt door de kunstenaar Hermann Kasper. Na de oorlog is een deel ervan meegenomen door een voormalige Deense militair. Hij heeft het stuk in 2002 geschonken aan het museum.



De volgende foto laat opnieuw Hermann Kasper zien die bezig is met voorbereidingen voor een feestelijke optocht ter gelegenheid van 2000 jaar Duitse cultuur in 1937.



Na de Tweede Wereldoorlog bleef Hermann Kasper actief als kunstenaar en kreeg allerlei overheidsopdrachten. Ook werd hij vice president van de academie van beeldende kunst. Zijn aanwezig zorgde voor protesten zoals op de onderstaande foto uit 1969 is te zien. Hier is de deur van zijn atelier beklad met hakenkruizen.



Zo is Hermann Kasper onder andere de maker van een groot wanddoek waarop het staatswapen van Beieren staat met wapens van een aantal hoofdsteden van Beierse regio’s. Dit doek heeft lang in de senaatszaal van het parlement van Beieren gehangen. Een ander wanddoek heeft hij gemaakt voor de Meistersingerhalle. Op dat moment ontstonden de eerste protesten waarin zijn verleden benoemd wordt. Ondanks dit verleden werd het doek in 1970 toch onthuld.



In de tijd van het nationaalsocialisme kregen kunstenaars ook veel opdrachten vanuit de industrie in het Roergebied. Na de Tweede Wereldoorlog konden de kunstenaars op deze contacten terugvallen om opnieuw opdrachten te krijgen. Een voorbeeld hiervan is de kunstenaar Willy Meller. In de jaren ’30 heeft hij onder andere gewerkt aan het olympisch stadion in Berlijn. Na de oorlog kon hij zijn werkzaamheden weer hervatten en maakt hij bijvoorbeeld een monument in Oberhausen ter nagedachtenis aan de mensen die in opstand waren gekomen tegen de dictatuur van de nazi’s.



Een andere kunstenaar is Joseph Enseling die onderstaande buste gemaakt heeft. Hij heeft in de jaren ’30 meegewerkt aan verschillende monumenten voor de nazi’s. Na de Tweede Wereldoorlog kreeg hij vooral opdrachten vanuit de industrie en bleef tot 1952 werken aan de kunstacademie in Düsseldorf.



Werner Peiner (1897 – 1984) maakte in 1954 het schilderij “Allegorie van de vrede”. Dit werk hing tot 2007 in de raadszaal van het gemeentehuis in Hattingen. Hij heeft allerlei wandtapijten ontworpen voor de nazi’s. Eind 1970 werd hij nog door een rechts-extreme organisatie onderscheiden voor alle kunst die hij gemaakt heeft.



De buste van Marx op de laatste foto is van Hans Breker. Nadat hij zijn carrière als kunstenaar begonnen was ten tijde van de nazi’s kon hij na de oorlog in de DDR onder een schuilnaam een nieuwe carrière opbouwen. Vanwege het gebrek aan vrijheid vertrok hij in 1954 naar de Bondsrepubliek. Hier ontwierp hij monumenten voor de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog in Wesel en Leverkusen.



Het volgende deel van dit reisverslag is te vinden op deze pagina

Reactie toevoegen

Filtered HTML

Plain text

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.