Donderdag 10 augustus 2023
Na twee dagen in Denemarken geweest te zijn, heb ik de volgende vijf dagen doorgebracht in de Zweedse hoofdstad Stockholm. Vier dagen heb ik allerlei zaken in Stockholm bezocht, een dag ben ik naar Uppsala geweest. Een stad ten noorden van Stockholm. Stockholm heeft een zeer uitgebreid centraal station. De verschillende sporen voor lange-afstandstreinen, de treinen die in de omgeving van Stockholm rijden, het busstation en een flink aantal winkels zijn allemaal binnendoor te bereiken. Het is in het begin even een puzzel maar als je het eenmaal doorhebt is het een snelle en ook droge manier (het regende deze dag helaas) om snel binnendoor van bijvoorbeeld het busstation naar het treingedeelte te komen.

Ook in Zweden is het betaalverkeer vergaand gedigitaliseerd. Ik heb eigenlijk niemand contant zien betalen en op allerlei plaatsen werd contant geld ook niet meer aangenomen. Het wisselen van geld met het risico dat je dan aan het eind nog van alles overhoudt is dan ook niet aanwezig. Kaartjes voor het OV kopen gaat ook volledig digitaal via de app van het plaatselijke vervoersbedrijf. Kaartautomaten zijn niet meer aanwezig.

Vanaf het Centraal Station ben ik met de bus vertrokken naar Djurgarden, Dit is een onderdeel van het stadsdeel Ostermalm en ligt op het een na grootste eiland van de Zweedse hoofdstad. Vroeger lagen hier de koninklijke jachtgronden. Op dit schiereiland bevinden zich een groot aantal musea zoals het Noordse museum, het Vasamuseum, het Viking Museum en ook het ABBA-museum. De eerste twee dagen van mijn bezoek aan Stockholm heb ik alleen maar musea bezocht die op dit schiereiland liggen.

Het Noords museum is opgericht in het jaar 1873 en is gevestigd in een gebouw in renaissancestijl. Het museum richt zich op het in beeld brengen van cultuur en de geschiedenis van de verschillende bevolkingsgroepen in Zweden. Zoals uit mijn foto’s zal blijken bestaat het museum tegenwoordig uit een combinatie van allerlei verschillende soorten tentoonstellingen. Dit maakt het een uiterst divers geheel.

Bij binnenkomst in het museum is een van de eerste dingen die je ziet een groot standbeeld van koning Gustav I Vasa (1496 – 1560). Het verhaal doet de ronde dat een deel van het voorhoofd gemaakt is van een eik die door Vasa zelf geplant is. In het begin van de 16de eeuw was de koning van Denemarken nog de baas over Zweden. Er ontstond een revolutie waarvan Vasa een van de leiders was. Uiteindelijk werd hij op 6 juni 1523 gekozen tot koning van het verenigde Zweden.

In de grote hal van het museum waar zich ook de entree bevindt, staat een grote tentoonstelling over Artica, dat is het gebied waar de Noordpool een onderdeel van is, met als titel “Artica – terwijl het ijs smelt”. Het is een plek die behoorlijk beïnvloed wordt door de verandering van het klimaat. De voorwerpen die hier te zien zijn komen uit de museumcollectie en waren van mensen die in dit gebied geleefd hebben.

Het gevolg van de verandering van het klimaat is dat sneeuw en ijs minder worden en er hierdoor een donkerder landschap ontstaat. Dit wordt dan weer eenvoudiger opgewarmd door het zonlicht. Hierdoor stijgt de temperatuur hier twee keer zo snel als in de rest van de wereld.

Al vele duizenden jaren leven er in dit gebied mensen. Het gebied waar nu het Noordse museum is gevestigd, was zo’n 11.000 jaar geleden nog bedekt met ijs.

In de Arctica is het ijs ook een belangrijke manier om je te verplaatsen van de ene naar de andere plaats. Rivieren en meren die in de winter bevroren werden op deze manier een soort wegen waarop mensen en goederen vervoerd konden worden. In de winter is het dus relatief makkelijk om je te verplaatsen en dit is ook de periode dat familie en vrienden bezocht kunnen worden. Tegenwoordig zijn er natuurlijk modernere manieren om je te verplaatsen. Maar die zorgen ook weer voor schade aan het landschap en uitstoot van schadelijke stoffen.

In het merendeel van het Arctische gebied groeien geen bomen. Zeker vroeger moesten huizen gemaakt worden met de plaatselijk beschikbare materialen. In Groenland werden huizen gebouwd van steen, hout dat aangespoeld was, walvisbeenderen en dan geïsoleerd met de huiden van dieren. In IJsland zijn de huizen vooral van hout, steen en turf. Nadat Groenland in de 18de eeuw gekoloniseerd was, werden er ook huizen gebouwd van geïmporteerd hout.

Doordat dit gedeelte van het museum vrij donker was ingericht en het niet de bedoeling was dat je foto’s ging maken met flitslicht, zorgt dat helaas voor een aantal foto’s die niet al te duidelijk zijn. Hieronder weer een voorbeeld uit de grote collectie van voorwerpen, namelijk een vrouw in traditionele IJslandse kleding.

Hout wat aanspoelde op de kust, werd gebruikt voor woningbouw maar ook voor het maken van kajakken en sleden. Tegenwoordig geeft het hout dat achtergebleven is in het ijs veel informatie over hoe het klimaat in dit deel van de aarde in het verleden was.

Groenland is het grootste eiland ter wereld. De eerste mensen arriveerden hier 4500 jaar geleden. Mensen leefden toen vooral als jagers. De huidige Inuit zijn afstammelingen van de Thule mensen die in de 12de eeuw naar Groenland kwamen. Het vermoeden is dat Groenland zijn naam heeft gekregen in de tijd van de Vikingen toen het klimaat milder was en het eiland daardoor groener. Tegenwoordig leven er op dit enorme eiland 56.000 inwoners. Dat is dus minder dan het aantal mensen dat in mijn woonplaats Oosterhout woont. De onderstaande foto laat allerlei soorten warme kleding zien die hier hard nodig zijn.

De volgende foto wat traditionele kleding zien zoals die door de Sami mensen gedragen werden. Ze leven in delen van Zweden, Finland, Noorwegen en Rusland. Nadat deze kleding eind 19de en begin 20ste eeuw steeds minder gedragen werd, gebeurd dit nu weer meer vanuit identiteitsbesef.

Doordat in de noordelijke gebieden weinig groeit, zijn vis en vlees belangrijke voedingsbronnen. Zeker vroeger gebeurde dit altijd op zo’n manier dat er ook in een volgend jaar nog voldoende dieren waren om op te jagen zodat de voedselvoorziening gegarandeerd werd. Waar het vissen vroeger vooral kleinschalig plaatsvond, is er tegenwoordig in Groenland sprake van grote machinale visvangst.

Na deze permanente tentoonstelling is er in een ander deel van de hal een tijdelijke tentoonstelling te zien met als titel “Kom naar het Noorden”. Dit is een verzameling van 128 toeristische posters die gemaakt zijn tussen het eind van de 19de eeuw en de jaren ’60 van de vorige eeuw om de noordelijke landen te promoten.

Voor de herkenbaarheid van de posters werden bekende landschappen gebruikt. Dit werd dan gecombineerd met nationale symbolen zoals die van de Vikingen. In de periode tussen de beide wereldoorlogen werd vooral de nadruk gelegd op het progressieve karakter van deze landen.

De posters zijn weer onderverdeeld in categorieën om wat structuur in het geheel aan te brengen. Op de onderste foto zijn een aantal poster te zien die vooral laten zien wat voor avontuurlijke dingen je in de sneeuw allemaal kunt doen. De poster linksboven met het logo SJ is van de Zweedse spoorwegen.

Het laatste wat er op deze verdieping van het museum nog te zien is, is een nagebouwde flat uit de jaren ’40. Op de begane grond van het museum bevindt zich ook een café met bijbehorend restaurant. Ook bevindt er zich een speelplek voor kinderen. Dat is iets wat je eigenlijk in de meeste musea in Zweden wel merkt, is dat het allemaal erg toegankelijk is voor gezinnen met kinderen qua voorzieningen. En ook zijn er op veel plaatsen gewoon genderneutrale toiletten. Iets waar je buitengewoon snel aan went.

Het volgende deel van dit reisverslag is te vinden op deze pagina
Na twee dagen in Denemarken geweest te zijn, heb ik de volgende vijf dagen doorgebracht in de Zweedse hoofdstad Stockholm. Vier dagen heb ik allerlei zaken in Stockholm bezocht, een dag ben ik naar Uppsala geweest. Een stad ten noorden van Stockholm. Stockholm heeft een zeer uitgebreid centraal station. De verschillende sporen voor lange-afstandstreinen, de treinen die in de omgeving van Stockholm rijden, het busstation en een flink aantal winkels zijn allemaal binnendoor te bereiken. Het is in het begin even een puzzel maar als je het eenmaal doorhebt is het een snelle en ook droge manier (het regende deze dag helaas) om snel binnendoor van bijvoorbeeld het busstation naar het treingedeelte te komen.

Ook in Zweden is het betaalverkeer vergaand gedigitaliseerd. Ik heb eigenlijk niemand contant zien betalen en op allerlei plaatsen werd contant geld ook niet meer aangenomen. Het wisselen van geld met het risico dat je dan aan het eind nog van alles overhoudt is dan ook niet aanwezig. Kaartjes voor het OV kopen gaat ook volledig digitaal via de app van het plaatselijke vervoersbedrijf. Kaartautomaten zijn niet meer aanwezig.

Vanaf het Centraal Station ben ik met de bus vertrokken naar Djurgarden, Dit is een onderdeel van het stadsdeel Ostermalm en ligt op het een na grootste eiland van de Zweedse hoofdstad. Vroeger lagen hier de koninklijke jachtgronden. Op dit schiereiland bevinden zich een groot aantal musea zoals het Noordse museum, het Vasamuseum, het Viking Museum en ook het ABBA-museum. De eerste twee dagen van mijn bezoek aan Stockholm heb ik alleen maar musea bezocht die op dit schiereiland liggen.

Het Noords museum is opgericht in het jaar 1873 en is gevestigd in een gebouw in renaissancestijl. Het museum richt zich op het in beeld brengen van cultuur en de geschiedenis van de verschillende bevolkingsgroepen in Zweden. Zoals uit mijn foto’s zal blijken bestaat het museum tegenwoordig uit een combinatie van allerlei verschillende soorten tentoonstellingen. Dit maakt het een uiterst divers geheel.

Bij binnenkomst in het museum is een van de eerste dingen die je ziet een groot standbeeld van koning Gustav I Vasa (1496 – 1560). Het verhaal doet de ronde dat een deel van het voorhoofd gemaakt is van een eik die door Vasa zelf geplant is. In het begin van de 16de eeuw was de koning van Denemarken nog de baas over Zweden. Er ontstond een revolutie waarvan Vasa een van de leiders was. Uiteindelijk werd hij op 6 juni 1523 gekozen tot koning van het verenigde Zweden.

In de grote hal van het museum waar zich ook de entree bevindt, staat een grote tentoonstelling over Artica, dat is het gebied waar de Noordpool een onderdeel van is, met als titel “Artica – terwijl het ijs smelt”. Het is een plek die behoorlijk beïnvloed wordt door de verandering van het klimaat. De voorwerpen die hier te zien zijn komen uit de museumcollectie en waren van mensen die in dit gebied geleefd hebben.

Het gevolg van de verandering van het klimaat is dat sneeuw en ijs minder worden en er hierdoor een donkerder landschap ontstaat. Dit wordt dan weer eenvoudiger opgewarmd door het zonlicht. Hierdoor stijgt de temperatuur hier twee keer zo snel als in de rest van de wereld.

Al vele duizenden jaren leven er in dit gebied mensen. Het gebied waar nu het Noordse museum is gevestigd, was zo’n 11.000 jaar geleden nog bedekt met ijs.

In de Arctica is het ijs ook een belangrijke manier om je te verplaatsen van de ene naar de andere plaats. Rivieren en meren die in de winter bevroren werden op deze manier een soort wegen waarop mensen en goederen vervoerd konden worden. In de winter is het dus relatief makkelijk om je te verplaatsen en dit is ook de periode dat familie en vrienden bezocht kunnen worden. Tegenwoordig zijn er natuurlijk modernere manieren om je te verplaatsen. Maar die zorgen ook weer voor schade aan het landschap en uitstoot van schadelijke stoffen.

In het merendeel van het Arctische gebied groeien geen bomen. Zeker vroeger moesten huizen gemaakt worden met de plaatselijk beschikbare materialen. In Groenland werden huizen gebouwd van steen, hout dat aangespoeld was, walvisbeenderen en dan geïsoleerd met de huiden van dieren. In IJsland zijn de huizen vooral van hout, steen en turf. Nadat Groenland in de 18de eeuw gekoloniseerd was, werden er ook huizen gebouwd van geïmporteerd hout.

Doordat dit gedeelte van het museum vrij donker was ingericht en het niet de bedoeling was dat je foto’s ging maken met flitslicht, zorgt dat helaas voor een aantal foto’s die niet al te duidelijk zijn. Hieronder weer een voorbeeld uit de grote collectie van voorwerpen, namelijk een vrouw in traditionele IJslandse kleding.

Hout wat aanspoelde op de kust, werd gebruikt voor woningbouw maar ook voor het maken van kajakken en sleden. Tegenwoordig geeft het hout dat achtergebleven is in het ijs veel informatie over hoe het klimaat in dit deel van de aarde in het verleden was.

Groenland is het grootste eiland ter wereld. De eerste mensen arriveerden hier 4500 jaar geleden. Mensen leefden toen vooral als jagers. De huidige Inuit zijn afstammelingen van de Thule mensen die in de 12de eeuw naar Groenland kwamen. Het vermoeden is dat Groenland zijn naam heeft gekregen in de tijd van de Vikingen toen het klimaat milder was en het eiland daardoor groener. Tegenwoordig leven er op dit enorme eiland 56.000 inwoners. Dat is dus minder dan het aantal mensen dat in mijn woonplaats Oosterhout woont. De onderstaande foto laat allerlei soorten warme kleding zien die hier hard nodig zijn.

De volgende foto wat traditionele kleding zien zoals die door de Sami mensen gedragen werden. Ze leven in delen van Zweden, Finland, Noorwegen en Rusland. Nadat deze kleding eind 19de en begin 20ste eeuw steeds minder gedragen werd, gebeurd dit nu weer meer vanuit identiteitsbesef.

Doordat in de noordelijke gebieden weinig groeit, zijn vis en vlees belangrijke voedingsbronnen. Zeker vroeger gebeurde dit altijd op zo’n manier dat er ook in een volgend jaar nog voldoende dieren waren om op te jagen zodat de voedselvoorziening gegarandeerd werd. Waar het vissen vroeger vooral kleinschalig plaatsvond, is er tegenwoordig in Groenland sprake van grote machinale visvangst.

Na deze permanente tentoonstelling is er in een ander deel van de hal een tijdelijke tentoonstelling te zien met als titel “Kom naar het Noorden”. Dit is een verzameling van 128 toeristische posters die gemaakt zijn tussen het eind van de 19de eeuw en de jaren ’60 van de vorige eeuw om de noordelijke landen te promoten.

Voor de herkenbaarheid van de posters werden bekende landschappen gebruikt. Dit werd dan gecombineerd met nationale symbolen zoals die van de Vikingen. In de periode tussen de beide wereldoorlogen werd vooral de nadruk gelegd op het progressieve karakter van deze landen.

De posters zijn weer onderverdeeld in categorieën om wat structuur in het geheel aan te brengen. Op de onderste foto zijn een aantal poster te zien die vooral laten zien wat voor avontuurlijke dingen je in de sneeuw allemaal kunt doen. De poster linksboven met het logo SJ is van de Zweedse spoorwegen.

Het laatste wat er op deze verdieping van het museum nog te zien is, is een nagebouwde flat uit de jaren ’40. Op de begane grond van het museum bevindt zich ook een café met bijbehorend restaurant. Ook bevindt er zich een speelplek voor kinderen. Dat is iets wat je eigenlijk in de meeste musea in Zweden wel merkt, is dat het allemaal erg toegankelijk is voor gezinnen met kinderen qua voorzieningen. En ook zijn er op veel plaatsen gewoon genderneutrale toiletten. Iets waar je buitengewoon snel aan went.

Het volgende deel van dit reisverslag is te vinden op deze pagina

Reactie toevoegen