Dinsdag 30 april 2024
Deze dag was mijn laatste dag in Erfurt. Op deze dinsdag heb ik nog een aantal musea in Erfurt bezocht om aan het begin van de avond met de trein verder te reizen naar Berlijn. In het “Haus zum Stockfisch” dat in het centrum van de stad ligt is sinds 1974 het stadsmuseum gevestigd. Het gebouw is een woonhuis uit de tijd van de Renaissance. Het pand is in het begin van de 20ste eeuw door de stad Erfurt gekocht. Voordat het huidige museum hier ingetrokken is, is het onder andere als natuurkundig museum gebruikt.

De kelders van het huis stammen nog uit de 15de eeuw. Op de buitenmuur van het huis zijn verder de familiewapens van verschillende eigenaars aangebracht. Achter het huis bevond zich vroeger nog een tuin die liep tot de binnenste stadsmuur.

In het eerste deel van het museum kun je ook meteen de oudste voorwerpen vinden. Een voorbeeld hiervan is de gedenksteen uit 1316 op de onderstaande foto. Deze herinnert aan de 7985 mensen die toen door tegenvallende oogsten stierven. De graven werden toen vermoedelijk in opdracht van de stad Erfurt buiten de stadsmuur aangelegd. Sinds het jaar 1341 vind er ter nagedachtenis aan deze overledenen een processie plaats.

De volgende foto laat het zwaard zien van Johann Peter Hirschfeld uit 1719. Hij werd in 1724 benoemd tot de beul van Erfurt. Het zwaard heeft hij in 1719 meegebracht uit Mainz waar hij al vanaf 1708 actief was.

De aartsbisschop van Mainz was vele eeuwenlang ook de vertegenwoordiger van de wereldlijke macht in Erfurt. Tijdens de 13de eeuw ontstond er een gemeenteraad die een bepaalde zelfstandigheid verkreeg. Nog steeds bleef de aartsbisschop van Mainz de macht behouden. In 1664 werd de gemeenteraad op een gewelddadige manier buiten spel gezet en kwam de stad weer rechtstreeks onder het gezag van de aartsbisschop. In het museum zijn de zegels van een aantal bisschoppen te zien.

Aan het einde van zijn leven reisde Martin Luther terug naar zijn geboortestad Eisleben. Vanwege hoogwater was hij gedwongen een aantal dagen in Halle te blijven. Hier heeft hij een deel van zijn bagage, waaronder dit kistje achtergelaten. Het kistje is 200 jaar later terecht gekomen in Erfurt. Het is een van de zeer weinige authentieke voorwerpen die van hem behouden zijn.


Op de begane grond van het museum zijn ook nog een aantal recent opgegraven voorwerpen op de Petersberg te zien.

Op de eerste verdieping gaat het museum verder en staat de vesting Erfurt centraal. In de 19de eeuw waren er in totaal acht poorten waarmee je de vesting binnen kon komen. Het aantal inwoners groeide van 18.000 in het jaar 1800 tot ongeveer 43.000 in het jaar 1871. Dit moest echter vanwege het feit dat Erfurt als vestingstad een belangrijke militaire functie had, binnen de stadsmuren gebeuren.

Een grote maquette laat de stad Erfurt binnen de vesting zien en geeft ook allerlei informatie over bijzondere gebouwen in de stad.

Door de beperkte ruimte die binnen de stadsmuren beschikbaar was, was er in Erfurt in eerste instantie behoorlijk wat weerstand tegen de komst van het spoor. Uiteindelijk werd vanaf 1846 gestart met de bouw van een spoorweg en station. In de tweede helft van de 19de eeuw nam het spoorverkeer toe en vond regelmatig uitbreiding plaats van de voorzieningen voor het spoor.

Een tijdelijke tentoonstelling laat de verschillende ideeën zien, die er in de loop van de tijd geweest zijn met betrekking tot de ontwikkeling van de stad Erfurt. Dit gebeurd door middel van schaalmodellen en oude plantekeningen.


Op de volgende foto is een schaalmodel te zien van het Interhotel in Erfurt. In de tijd van de DDR waren dit hotels die vooral bedoeld waren voor het ontvangen van toeristen. De toeristen konden zowel komen uit andere communistische landen als uit het kapitalistische westen. De hotels waren voor de DDR een manier om in het bezit van harde valuta te komen. Na de val van de muur zijn de hotels aan private investeerders verkocht.

Zoals in veel steden in Oost-Duitsland het geval is, werden hier in de jaren ’60 en ’70 de gebruikelijke flats gebouwd om het woningtekort in de DDR terug te dringen. Iets dat niet gelukt is. Het gebrek aan geld zorgde er vaak voor dat de historische binnensteden vervielen. Na de val van de DDR moest dan ook overal gestart worden met grootschalige renovatieprogramma’s.

Het stadsmuseum geeft in een uur of twee een goed overzicht van de geschiedenis van Erfurt door de jaren heen. Zowel de oude als ook de meer moderne geschiedenis komen aan bod met in dit geval ook nog een mooie tijdelijke tentoonstelling over de ideeën omtrent stedenbouw in Erfurt.
Het volgende deel van dit reisverslag is te vinden op deze pagina
Deze dag was mijn laatste dag in Erfurt. Op deze dinsdag heb ik nog een aantal musea in Erfurt bezocht om aan het begin van de avond met de trein verder te reizen naar Berlijn. In het “Haus zum Stockfisch” dat in het centrum van de stad ligt is sinds 1974 het stadsmuseum gevestigd. Het gebouw is een woonhuis uit de tijd van de Renaissance. Het pand is in het begin van de 20ste eeuw door de stad Erfurt gekocht. Voordat het huidige museum hier ingetrokken is, is het onder andere als natuurkundig museum gebruikt.

De kelders van het huis stammen nog uit de 15de eeuw. Op de buitenmuur van het huis zijn verder de familiewapens van verschillende eigenaars aangebracht. Achter het huis bevond zich vroeger nog een tuin die liep tot de binnenste stadsmuur.

In het eerste deel van het museum kun je ook meteen de oudste voorwerpen vinden. Een voorbeeld hiervan is de gedenksteen uit 1316 op de onderstaande foto. Deze herinnert aan de 7985 mensen die toen door tegenvallende oogsten stierven. De graven werden toen vermoedelijk in opdracht van de stad Erfurt buiten de stadsmuur aangelegd. Sinds het jaar 1341 vind er ter nagedachtenis aan deze overledenen een processie plaats.

De volgende foto laat het zwaard zien van Johann Peter Hirschfeld uit 1719. Hij werd in 1724 benoemd tot de beul van Erfurt. Het zwaard heeft hij in 1719 meegebracht uit Mainz waar hij al vanaf 1708 actief was.

De aartsbisschop van Mainz was vele eeuwenlang ook de vertegenwoordiger van de wereldlijke macht in Erfurt. Tijdens de 13de eeuw ontstond er een gemeenteraad die een bepaalde zelfstandigheid verkreeg. Nog steeds bleef de aartsbisschop van Mainz de macht behouden. In 1664 werd de gemeenteraad op een gewelddadige manier buiten spel gezet en kwam de stad weer rechtstreeks onder het gezag van de aartsbisschop. In het museum zijn de zegels van een aantal bisschoppen te zien.

Aan het einde van zijn leven reisde Martin Luther terug naar zijn geboortestad Eisleben. Vanwege hoogwater was hij gedwongen een aantal dagen in Halle te blijven. Hier heeft hij een deel van zijn bagage, waaronder dit kistje achtergelaten. Het kistje is 200 jaar later terecht gekomen in Erfurt. Het is een van de zeer weinige authentieke voorwerpen die van hem behouden zijn.


Op de begane grond van het museum zijn ook nog een aantal recent opgegraven voorwerpen op de Petersberg te zien.

Op de eerste verdieping gaat het museum verder en staat de vesting Erfurt centraal. In de 19de eeuw waren er in totaal acht poorten waarmee je de vesting binnen kon komen. Het aantal inwoners groeide van 18.000 in het jaar 1800 tot ongeveer 43.000 in het jaar 1871. Dit moest echter vanwege het feit dat Erfurt als vestingstad een belangrijke militaire functie had, binnen de stadsmuren gebeuren.

Een grote maquette laat de stad Erfurt binnen de vesting zien en geeft ook allerlei informatie over bijzondere gebouwen in de stad.

Door de beperkte ruimte die binnen de stadsmuren beschikbaar was, was er in Erfurt in eerste instantie behoorlijk wat weerstand tegen de komst van het spoor. Uiteindelijk werd vanaf 1846 gestart met de bouw van een spoorweg en station. In de tweede helft van de 19de eeuw nam het spoorverkeer toe en vond regelmatig uitbreiding plaats van de voorzieningen voor het spoor.

Een tijdelijke tentoonstelling laat de verschillende ideeën zien, die er in de loop van de tijd geweest zijn met betrekking tot de ontwikkeling van de stad Erfurt. Dit gebeurd door middel van schaalmodellen en oude plantekeningen.


Op de volgende foto is een schaalmodel te zien van het Interhotel in Erfurt. In de tijd van de DDR waren dit hotels die vooral bedoeld waren voor het ontvangen van toeristen. De toeristen konden zowel komen uit andere communistische landen als uit het kapitalistische westen. De hotels waren voor de DDR een manier om in het bezit van harde valuta te komen. Na de val van de muur zijn de hotels aan private investeerders verkocht.

Zoals in veel steden in Oost-Duitsland het geval is, werden hier in de jaren ’60 en ’70 de gebruikelijke flats gebouwd om het woningtekort in de DDR terug te dringen. Iets dat niet gelukt is. Het gebrek aan geld zorgde er vaak voor dat de historische binnensteden vervielen. Na de val van de DDR moest dan ook overal gestart worden met grootschalige renovatieprogramma’s.

Het stadsmuseum geeft in een uur of twee een goed overzicht van de geschiedenis van Erfurt door de jaren heen. Zowel de oude als ook de meer moderne geschiedenis komen aan bod met in dit geval ook nog een mooie tijdelijke tentoonstelling over de ideeën omtrent stedenbouw in Erfurt.

Het volgende deel van dit reisverslag is te vinden op deze pagina

Reactie toevoegen