Woensdag 14 februari 2018 middag
De Münster van Basel is van oorspronk een katholieke kerk. Sinds de reformatie is de kerk overgegaan naar de protestanten. In de kerk bevindt zich het graf van Erasmus. In het begin van de negende eeuw is er op deze plek een karolingische kerk gebouwd. De huidige kerk is ontstaan in het laatste deel van de 12de eeuw. Nadat door de aardbeving van 1356 een flink deel van de kerk verwoest is, werd er weer snel met de opbouw begonnen en kon de kerk in 1363 weer ingewijd worden.

Tot aan de reformatie van 1529 was deze kerk de zetel van de bisschop. De beeldenstorm die plaatsvond op 9 februari 1529 is beschreven in een brief van Erasmus. Het middenschip van de kerk heeft een lengte van 65 meter en een breedte van 32,5 meter. Achter het altaar bevinden zich een crypte. In deze tijd van het jaar is die echter niet geopend. De crypte bestaat uit een tweetal delen. Een deel is bij een renovatie in 1975 weer opengemaakt en zal vanaf 2019 weer toegankelijk zijn.

Het natuurhistorische museum van Basel bestaat sinds 1821. Een deel van de collectie is echter nog ouder en komt uit het Amerbachkabinet. Dit was een verzameling voorwerpen van de familie Amerbach die in 1661 door de stad Basel en de universiteit van Basel is aangekocht. Het voorwerp op de onderstaande foto is een ammoniet. Dit is een diersoort die verwant was aan de inktvis en tegenwoordig als fossiel wordt teruggevonden.

Hieronder het opgezette skelet van een dinosauriër.

De Rhamphorhynchus was een vliegende reptiel die leefde in Europa tijdens de periode van het late Jura. Door het grote aantal fossielen dat van dit dier gevonden is, is er dan ook veel over bekend.

In het museum bevindt zich ook een volledig gereconstrueerde mammoet uit de ijstijd. Van de mammoet is eerst een wandtekening gemaakt op volledige grootte. Daarna is het skelet nagebouwd met behulp van een staalconstructie en is ook een constructie aangebracht om de huid van het dier op vast te maken. Met kunststof en echte haren is vervolgens de huid van de mammoet nagemaakt.

Een overzicht van de stamboom van hoorndragende dieren .

Replica's van de hoofden van verschillende soorten menstypen.

Een voorbeeld van een wild oerpaard. Wilde paarden leefden in het verleden enkel in Europa en Azië. In Noord- en Zuid-Amerika zijn deze paarden aan het einde van het pleistoceen uitgestorven. De mustangs die op dit moment in Amerika leven, zijn verwilderde huispaarden die door de mens vanuit Europa naar Amerika zijn gebracht.

Het museum heeft ook een uitgebreide collectie van versteende dieren. Deze komen uit de directe omgeving van de stad Basel. Aan de hand van deze versteningen is de ontwikkeling te zien die bepaalde dieren in de loop van de tijd hebben doorgemaakt. Hierdoor kan ook bepaald worden hoe oud een bepaalde laag gesteente in de grond is.

Een speciaal gedeelte van het museum is ingericht voor een tentoonstelling over ongewervelde dieren. Deze tentoonstelling staat al een jaar of zestig in dit museum. Een aantal jaren geleden is dit deel van het museum volledig opgeknapt waarbij de oude tentoonstelling zoveel mogelijk intact gelaten is. Wel zijn een aantal vitrinekasten weggehaald om wat meer ruimte te scheppen. Zoals op de onderstaande foto te zien is, zijn de verschillende dieren van een soort zeer systematisch geordend.

Een onderdeel van de verzameling is de collectie kevers van Georg Frey. Gedurende 50 jaar heeft deze industrieel de wereld over gereisd op zoek naar allerlei kevers. De verzameling bevat in totaal rond de 100.000 soorten kevers. Dit is ongeveer een kwart van het aantal bekende keversoorten in de wereld. Sinds 1997 maakt deze tentoonstelling onderdeel uit van het natuur historisch museum in Basel. De verzameling, die dubbelingen bevat, bestaat in totaal uit meer dan 2 miljoen kevers.

Hieronder een skelet van de noordelijke dwergvinvis. Deze vinvis wordt ongeveer 9 meter lang en is hierdoor een van de kleinste vinvissen. Dit skelet dat uit het jaar 1804 komt is sinds 1873 in het bezit van het museum.

De wisseltentoonstelling bestond uit foto's die ingezonden zijn als beste natuurfoto voor het jaar 2017. Dit is een van de grootste en meest prestigieuze natuurfotografiewedstrijden ter wereld. In totaal zijn ruim 49.000 foto's door fotografen uit 92 landen ingestuurd. Een belangrijk doel van deze wedstrijd om het belang van de natuur onder de aandacht te brengen.

Een apart deel van de vaste tentoonstelling gaat over (bijna) uitgestorven dieren. Hieronder zijn een tweetal dodo's te zien. De uitgestorven dieren, die in het museum tentoongesteld worden zijn allemaal in de afgelopen 400 jaar uitgestorven door de mensen.

Een voorbeeld van een bijna uitgestorven dier is de noordelijke witte neushoorn. In maart 2018 is het laatste mannelijke exemplaar van deze soort in Kenia gestorven. Van dit dier leven enkel nog twee vrouwelijke dieren waardoor het dier feitelijk is uitgestorven.

Het laatste deel museum was gericht op de invloed van steden op het leven van dieren. Steden veranderen onder invloed van de mens erg snel en dieren moeten zich dus steeds aanpassen aan een snel veranderende omgeving. Dit kan uiteindelijk zorgen voor nieuwe soorten dieren en het verdwijnen van bestaande soorten.

In Zwitserland komen rond de 700 verschillende mineralen voor. Door de grote verschillen die zich in het Zwitserse landschap bevinden is dit een groter aantal dan je vindt in landen met een even grote oppervlakte.

Na het bezoek aan dit museum had ik nog voldoende tijd om wat souvenirs te kopen en vervolgens weer op mijn gemak terug te gaan naar het treinstation. Wat in Zwitserland wel even lastig is op vakantie, dat dit land geen onderdeel is van de roamingafspraken op het gebied van mobiel internet. Waar je in andere landen zonder extra kosten van mobiel internet gebruik kunt maken, werkt dit in Zwitserland niet.

In de stationshal van het Centraal Station van Basel bevinden zich verschillende schilderijen met taferelen uit Zwitserland. Hieronder een schildering van het meer van Luzern.

Hierna was het nog even wachten om vervolgens rond kwart over zes met de ICE weer te vertrekken richting Duitsland. Om precies acht uur stond ik weer op het station in Karlsruhe.

Het volgende deel van dit reisverslag is te vinden op deze pagina
De Münster van Basel is van oorspronk een katholieke kerk. Sinds de reformatie is de kerk overgegaan naar de protestanten. In de kerk bevindt zich het graf van Erasmus. In het begin van de negende eeuw is er op deze plek een karolingische kerk gebouwd. De huidige kerk is ontstaan in het laatste deel van de 12de eeuw. Nadat door de aardbeving van 1356 een flink deel van de kerk verwoest is, werd er weer snel met de opbouw begonnen en kon de kerk in 1363 weer ingewijd worden.

Tot aan de reformatie van 1529 was deze kerk de zetel van de bisschop. De beeldenstorm die plaatsvond op 9 februari 1529 is beschreven in een brief van Erasmus. Het middenschip van de kerk heeft een lengte van 65 meter en een breedte van 32,5 meter. Achter het altaar bevinden zich een crypte. In deze tijd van het jaar is die echter niet geopend. De crypte bestaat uit een tweetal delen. Een deel is bij een renovatie in 1975 weer opengemaakt en zal vanaf 2019 weer toegankelijk zijn.

Het natuurhistorische museum van Basel bestaat sinds 1821. Een deel van de collectie is echter nog ouder en komt uit het Amerbachkabinet. Dit was een verzameling voorwerpen van de familie Amerbach die in 1661 door de stad Basel en de universiteit van Basel is aangekocht. Het voorwerp op de onderstaande foto is een ammoniet. Dit is een diersoort die verwant was aan de inktvis en tegenwoordig als fossiel wordt teruggevonden.

Hieronder het opgezette skelet van een dinosauriër.

De Rhamphorhynchus was een vliegende reptiel die leefde in Europa tijdens de periode van het late Jura. Door het grote aantal fossielen dat van dit dier gevonden is, is er dan ook veel over bekend.

In het museum bevindt zich ook een volledig gereconstrueerde mammoet uit de ijstijd. Van de mammoet is eerst een wandtekening gemaakt op volledige grootte. Daarna is het skelet nagebouwd met behulp van een staalconstructie en is ook een constructie aangebracht om de huid van het dier op vast te maken. Met kunststof en echte haren is vervolgens de huid van de mammoet nagemaakt.

Een overzicht van de stamboom van hoorndragende dieren .

Replica's van de hoofden van verschillende soorten menstypen.

Een voorbeeld van een wild oerpaard. Wilde paarden leefden in het verleden enkel in Europa en Azië. In Noord- en Zuid-Amerika zijn deze paarden aan het einde van het pleistoceen uitgestorven. De mustangs die op dit moment in Amerika leven, zijn verwilderde huispaarden die door de mens vanuit Europa naar Amerika zijn gebracht.

Het museum heeft ook een uitgebreide collectie van versteende dieren. Deze komen uit de directe omgeving van de stad Basel. Aan de hand van deze versteningen is de ontwikkeling te zien die bepaalde dieren in de loop van de tijd hebben doorgemaakt. Hierdoor kan ook bepaald worden hoe oud een bepaalde laag gesteente in de grond is.

Een speciaal gedeelte van het museum is ingericht voor een tentoonstelling over ongewervelde dieren. Deze tentoonstelling staat al een jaar of zestig in dit museum. Een aantal jaren geleden is dit deel van het museum volledig opgeknapt waarbij de oude tentoonstelling zoveel mogelijk intact gelaten is. Wel zijn een aantal vitrinekasten weggehaald om wat meer ruimte te scheppen. Zoals op de onderstaande foto te zien is, zijn de verschillende dieren van een soort zeer systematisch geordend.

Een onderdeel van de verzameling is de collectie kevers van Georg Frey. Gedurende 50 jaar heeft deze industrieel de wereld over gereisd op zoek naar allerlei kevers. De verzameling bevat in totaal rond de 100.000 soorten kevers. Dit is ongeveer een kwart van het aantal bekende keversoorten in de wereld. Sinds 1997 maakt deze tentoonstelling onderdeel uit van het natuur historisch museum in Basel. De verzameling, die dubbelingen bevat, bestaat in totaal uit meer dan 2 miljoen kevers.

Hieronder een skelet van de noordelijke dwergvinvis. Deze vinvis wordt ongeveer 9 meter lang en is hierdoor een van de kleinste vinvissen. Dit skelet dat uit het jaar 1804 komt is sinds 1873 in het bezit van het museum.

De wisseltentoonstelling bestond uit foto's die ingezonden zijn als beste natuurfoto voor het jaar 2017. Dit is een van de grootste en meest prestigieuze natuurfotografiewedstrijden ter wereld. In totaal zijn ruim 49.000 foto's door fotografen uit 92 landen ingestuurd. Een belangrijk doel van deze wedstrijd om het belang van de natuur onder de aandacht te brengen.

Een apart deel van de vaste tentoonstelling gaat over (bijna) uitgestorven dieren. Hieronder zijn een tweetal dodo's te zien. De uitgestorven dieren, die in het museum tentoongesteld worden zijn allemaal in de afgelopen 400 jaar uitgestorven door de mensen.

Een voorbeeld van een bijna uitgestorven dier is de noordelijke witte neushoorn. In maart 2018 is het laatste mannelijke exemplaar van deze soort in Kenia gestorven. Van dit dier leven enkel nog twee vrouwelijke dieren waardoor het dier feitelijk is uitgestorven.

Het laatste deel museum was gericht op de invloed van steden op het leven van dieren. Steden veranderen onder invloed van de mens erg snel en dieren moeten zich dus steeds aanpassen aan een snel veranderende omgeving. Dit kan uiteindelijk zorgen voor nieuwe soorten dieren en het verdwijnen van bestaande soorten.

In Zwitserland komen rond de 700 verschillende mineralen voor. Door de grote verschillen die zich in het Zwitserse landschap bevinden is dit een groter aantal dan je vindt in landen met een even grote oppervlakte.

Na het bezoek aan dit museum had ik nog voldoende tijd om wat souvenirs te kopen en vervolgens weer op mijn gemak terug te gaan naar het treinstation. Wat in Zwitserland wel even lastig is op vakantie, dat dit land geen onderdeel is van de roamingafspraken op het gebied van mobiel internet. Waar je in andere landen zonder extra kosten van mobiel internet gebruik kunt maken, werkt dit in Zwitserland niet.

In de stationshal van het Centraal Station van Basel bevinden zich verschillende schilderijen met taferelen uit Zwitserland. Hieronder een schildering van het meer van Luzern.

Hierna was het nog even wachten om vervolgens rond kwart over zes met de ICE weer te vertrekken richting Duitsland. Om precies acht uur stond ik weer op het station in Karlsruhe.

Het volgende deel van dit reisverslag is te vinden op deze pagina

Reactie toevoegen